Hoofdstuk 4 Praktische opdracht

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Praktische Opdracht 

Kopen een kunst

In deze opdracht ga je in kaart brengen hoe je tot een bepaalde keuze voor een product komt.

Daarbij laat je zien dat je doelgroepen kan herkennen, kan laten zien hoe een consument een keuze maakt 

en de verschillende opties kan vergelijken. 

Als eindproduct lever je een verslag in aan de hand van de onderstaande opdrachten. 

Opdracht 1: welke producten voor wie? 

Je gaat een product of dienst kiezen waarbij jij tot de doelgroep behoort. Omschrijf de volgende zaken:

• Omschrijf het product of de dienst;  

• Gaat het om een product of dienst;

• Wie is de doelgroep;

• Welke kenmerken heeft de doelgroep;

Gebruik hierbij plaatjes om het geheel duidelijker te maken.

Voorbeeld opdracht 1

Ik heb gekozen voor Calvé pindakaas. Het is een product, want het is tastbaar. Calvé pindakaas is een smeuïg goedje die je op de brood doet. 

De doelgroep is heel breed. Bijna iedereen die brood eet, eet ook wel pindakaas. De leeftijd van de doelgroep is tussen de 3 en 100 jaar. Het is handig voor mensen die onderweg brood eten want je hoeft je brood dan niet in de koelkast te bewaren. Ik smeer het vaak op mijn brood als ik naar school ga. 

Opdracht 2: welke alternatieven zijn er?

Denk hierbij aan andere merken die hetzelfde product aanbieden, 

maar ook aan andere producten die in dezelfde behoefte voorzien (bijvoorbeeld: je hebt verschillende merken koffie, maar anderen drinken thee. Ander product, zelfde behoefte!).

 

Leg uit welke andere producten of diensten die er zijn. Kies voor eenzelfde product van een ander merk én voor een product of dienst die in dezelfde behoefte voorziet.

Voorbeeld opdracht 2

Als alternatief zou ik ook voor de pindakaas van de jumbo eigenmerk kunnen kiezen.  Een eigenmerk is vaak goedkoper. 

Daarnaast kan ik ook voor chocopasta kiezen in plaats van pindakaas. Dit vervult dezelfde behoefte, namelijk iets zoets op mijn brood. 

Opdracht 3: vergelijk de verschillende opties. Maak de beste keuze.

Je gaat nu de verschillende opties met elkaar vergelijken. Zoek de producten op bij een consumentenorganisatie zoals bijvoorbeeld de consumentenbond, de ANWB of gebruik een website zoals beslist.nl.

Leg uit waar je op let bij het vergelijken, gebruik in elk geval prijs, kwaliteit, levertijd en service in je keuzes. 

Voeg ook een afbeelding (tabel) toe van een consumentenorganisatie zoals de consumentenbond die te maken heeft met het product of de dienst die jij hebt gekozen.

Opdracht 3: vergelijk de verschillende opties. 

Je gaat nu de verschillende opties met elkaar vergelijken. Zoek de producten op bij een consumentenorganisatie zoals bijvoorbeeld de consumentenbond, de ANWB of gebruik een website zoals beslist.nl.

Leg uit waar je op let bij het vergelijken, gebruik in elk geval prijs en kwaliteit.

Voeg ook een afbeelding (tabel) toe van een consumentenorganisatie, zoals de consumentenbond die te maken heeft met het product of de dienst die jij hebt gekozen.

Voorbeeld opdracht 3

Bij het vergelijken vind ik het belangrijk om er achter te komen wat nu  echt lekkerste pindakaas is en dat ik waar voor mij geld krijg, dus het moet niet te duur wezen. 

Via google heb ik een vergelijkend waren onderzoek gevonden van radar, een consumentenprogramma: 

https://radarplus.nl/de-grote-pindakaastest/

Opdracht 4: maak je keuze

Maak nu een keuze voor het product. Leg uit waarom je dit product hebt gekozen. Benoem hierbij in elk geval kwaliteit, prijs, beschikbaarheid, levertijd. Gebruik ook een afbeelding van het product dat je uiteindelijk hebt gekozen. 

Voorbeeld opdracht 4

Ik kies voor de pindakaas van gewoon. Deze scoort namelijk een 7,5 

en is dus van goede kwaliteit, maar deze is veel goedkoper dan die van

de Calvé. Je kan het alleen kopen bij de supermarkt Plus. Dat is wat lastiger

voor sommige mensen, maar niet voor mij want die zit bij ons om de hoek.

Ik kies niet voor chocopasta omdat ik pindakaas echt veel lekkerder vindt. 

Inleveren

Verwerk de bovenstaande opdrachten in een Word bestand tot een verslag. Deze lever je bij je docent in via Magister  De onderstaande onderdelen staan in dit verslag:

 

• Voorkant (voorzien van naam, klas, afbeelding en datum)

• Inhoudsopgave

• Opdracht 1: Welke producten?

• Opdracht 2: Alternatieven?

• Opdracht 3: Vergelijken

• Opdracht 4: De keuze

Voorzie je verslag van afbeeldingen om het geheel mooier te maken.