In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
LOB | lesweek 2 | les 4 | plannen en organiseren
Slide 1 - Tekstslide
Doelen van deze les
Je weet wat prioriteiten zijn
Je weet waarom een planning maken belangrijk is
Je hebt een weekoverzicht gemaakt
Slide 2 - Tekstslide
Wat is plannen en wat moet je ervoor kunnen?
Plannen = ordenen van wat je wilt bereiken
Organiseren = het ordelijk bewaren en regelen van alles dat je doet
Vaardigheden:
overzicht
concentratie
flexibiliteit
prioriteren
Slide 3 - Tekstslide
Zet de 4 stappen van plannen in de juiste volgorde.
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4:
Bepaal je doel
Bepaal de benodigde tijd
Bepaal activiteiten
Bepaal de volgorde van activiteiten
Slide 4 - Sleepvraag
Het stellen van prioriteiten
Voordat je gaat plannen moet je prioriteiten stellen.
Prioriteiten stellen betekent: keuzes maken en bezig zijn met de zaken die belangrijk zijn. Hoe kun je efficiënt met je tijd omgaan en afronden wat je gedaan wilt krijgen.
Eerst moet je vaststellen: wat is belangrijk en wat is urgent, wat is niet belangrijk en wat is niet urgent.
Slide 5 - Tekstslide
Belangrijk
Bedenk of het echt belangrijk is:
Leren voor een toets of gamen?
Chillen met je vrienden of huiswerk maken?
Op tijd in de les komen of uitslapen?
Slide 6 - Tekstslide
Hoe urgent is het?
Slide 7 - Tekstslide
Urgentie
Een tweede wegingsfactor is urgentie. De vraag is dus: moet het nu of hoe dringend is het? De een zegt: urgent is, dat het vandaag klaar moet. De ander stelt het wat ruimer: urgent is, dat het deze week klaar moet zijn.
Slide 8 - Tekstslide
Prioriteitenschema
Slide 9 - Tekstslide
Prioriteiten stellen
1) Urgent & Belangrijk: NU
2) Urgent & niet belangrijk: iemand anders?
3) Niet Urgent & Belangrijk: doen en plannen
4) Niet Urgent & Niet belangrijk: niet doen!
Slide 10 - Tekstslide
Welke prioriteiten heb jij deze maand?
Slide 11 - Open vraag
Welke stelling past het meest bij jou?
A
Ik kan moeilijk onderscheid maken
in wat belangrijk is en minder belangrijk
B
Ik heb geen overzicht van wat er moet gebeuren
C
Ik gun mezelf er geen tijd voor om prioriteiten te stellen dus ik begin maar gewoon
D
Ik heb geen moeite met prioriteiten stellen
Slide 12 - Quizvraag
Prioriteiten stellen en dan?
Wanneer je de lijst met prioriteiten klaar hebt, kun je overgaan tot de planning van taken.
Plannen betekent: je probeert de taken weg te zetten in de tijd.
Wanneer je alle taken hebt geprioriteerd, heb je inzicht hoe je er werkelijk voor staat.
Slide 13 - Tekstslide
Waarom is het handig om te plannen?
Slide 14 - Woordweb
Stelling: ik vind het belangrijk om gemaakte afspraken na te komen
A
ja, vaak wel
B
ja, soms
C
nee, meestal niet
D
nooit
Slide 15 - Quizvraag
Stelling: ik kom vaak tijd tekort om alles te doen wat ik wil doen
A
ja, vaak wel
B
ja, soms
C
nee, meestal niet
D
nooit
Slide 16 - Quizvraag
Maak jij wel eens een planning voor de indeling van je dag?