Bezittelijke en aanwijzende vnw

Bezittelijke en aanwijzende vnw
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Bezittelijke en aanwijzende vnw

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bezittelijk vnw.
mijn
jouw
zijn/haar/uw
ons/onze
jullie
hun/uw
mi
tu
su
nuestro
vuestro
su
mi
tu
su
nuestra
vuestra
su
mis
tus
sus
nuestros
vuestros
sus
mis
tus
sus
nuestras
vuestras
sus
enkelvoud                  meervoud

Slide 3 - Tekstslide

Es ..... (mijn) casa. 🏡
A
mi
B
tu
C
su
D
vuestro

Slide 4 - Quizvraag

Es ..... (jouw) gato.
A
mi
B
tu
C
su
D
nuestro

Slide 5 - Quizvraag



Vertaal: (zijn) opa.👨‍🦳
A
su abuelo
B
tus abuelos
C
sus abuelos
D
tu abuelo

Slide 6 - Quizvraag


Wat is mogelijk?
_____ hermanas.
A
Mi
B
Tus
C
Mis
D
Tu

Slide 7 - Quizvraag

(zijn)______ hermano.👦
A
Su
B
Sus
C
Tu

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi(s)
vuestro/a/os/as
su(s)
tu(s)
nuestro/
a/os/as
mijn
uw
jouw
hun
zijn
jullie
haar
ons/onze

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Video

De vorm 


dd

Este chico es amable.                                        
Esta chica es guapa. 
Estos libros son interesantes.
Estas tapas son muy ricas.
Deze jongen is aardig.
Dit meisje is knap.
Deze boeken zijn interessant.
Deze tapas zijn heel lekker.

Slide 11 - Tekstslide

De vorm 


dd

Ese chico es amable.                                        
Esa chica es guapa. 
Esos libros son interesantes.
Esas tapas son muy ricas.
Die jongen is aardig.
Dat meisje is knap.
Die boeken zijn interessant.
Die tapas zijn heel lekker.

Slide 12 - Tekstslide

De vorm 


dd

Aquel chico es amable.                                        
Aquella chica es guapa. 
Aquellos libros son interesantes.
Aquellas tapas son muy ricas.
Die jongen daarginds is aardig.
Dat meisje daarginds is knap.
Die boeken daarginds zijn interessant.
Die tapas daarginds zijn heel lekker.

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting

Slide 14 - Tekstslide

¿Cómo se dice 'deze film'?
A
esta película
B
esa película
C
esto película
D
esas películas

Slide 15 - Quizvraag

¿Cómo se dice 'die film'?
A
esta película
B
esa película
C
esto película
D
esas películas

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
... mochila es roja.

A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 17 - Quizvraag

... teléfono móvil es azul.

A
Esta
B
Este
C
Estas
D
Estos

Slide 18 - Quizvraag

... chicas son de Cuba.

A
Esta
B
Este
C
Estas
D
Estos

Slide 19 - Quizvraag

... ordenadores son grandes.

A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 20 - Quizvraag

(mijn) libro

Slide 21 - Open vraag

(ons) casa

Slide 22 - Open vraag

(jullie) hermanas

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide