In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Bereken zijde EF.
Rond je antwoord af op een decimaal.
A
EF = 6,0
B
EF = 5,7
C
EF = 5,6
D
EF = 5,0
Slide 7 - Quizvraag
Bereken zijde KM.
A
KM=√4
B
KM = 4
C
KM = 2
D
KM = 8
Slide 8 - Quizvraag
Een zijde berekenen
Slide 9 - Tekstslide
Bereken zijde HJ.
Geef een exact antwoord
A
HJ=√89
B
HJ = 9
C
HJ = 9,4
D
HJ = 9,5
Slide 10 - Quizvraag
Bereken de lengte van lijnstuk AB. Geef een exact antwoord
A
AB=√53
B
AB=7,3
C
AB=√13
D
AB=3,6
Slide 11 - Quizvraag
Opmerking: stap 4 zet je in het schema!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
de stelling van Pythagoras
Slide 14 - Tekstslide
De stelling toepassen
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
De grootte van een beeldscherm wordt aangegeven met de lengte van de diagonaal van het beeldscherm. Trudie heeft een tv op haar kamer met een beeldscherm van 25 cm breed en 18 cm hoog. Bereken de lengte van de diagonaal van haar beeldscherm.
A
de lengte van de diagonaal is 30 cm
B
de lengte van de diagonaal is 43 cm
C
de lengte van de diagonaal is 31 cm
D
de lengte van de diagonaal is 42 cm
Slide 17 - Quizvraag
De grootte van een beeldscherm wordt aangegeven met de lengte van de diagonaal van het beeldscherm. Van een tv is het beeldscherm 46 cm hoog en is de diagonaal 94 cm lang. Hoe breed is het beeldscherm van deze tv?
A
de breedte van het beeldscherm is 81 cm
B
de breedte van het beeldscherm is 82 cm
C
de breedte van het beeldscherm is 12 cm
D
de breedte van het beeldscherm is 105 cm
Slide 18 - Quizvraag
Hans probeert een snel stromende rivier van 28 meter breed over te zwemmen. Als hij aan de overkant is, merkt hij dat het water hem 98 meter stroomafwaarts heeft meegevoerd. Bereken hoeveel meter Hans zwemmend heeft afgelegd. Rond je antwoord af op helen.