Politiek en democratie

Politiek en Democratie
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapBasisschoolGroep 6,7

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Politiek en Democratie

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Ik weet wat een democratie is.
  • Ik heb een mening over wat  ik belangrijk vind.
  • Ik kan samenwerken.
  • Ik kan bewust mijn stem uitbrengen .

Slide 2 - Tekstslide

Wat is democratie, denk jij?
A
De koning beslist alles
B
Het volk mag beslissen door te stemmen
C
Iedereen die in Nederland is en boven de 18 mag stemmen
D
Stemmen doe je in een stemhokje

Slide 3 - Quizvraag

Let goed op in het volgende filmpje!
Er komen daarna vragen over.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Is Nederland een democratisch land?
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent democratisch eigenlijk?
A
Dat je NIET dezelfde rechten hebt maar je mag wel je eigen mening hebben
B
Dat iedereen moet doen wat de regering zegt
C
Dat je allemaal dezelfde rechten en plichten hebt en je eigen mening mag hebben
D
Dat de koning de baas is

Slide 7 - Quizvraag

Moet iedereen vertellen waar hij of zij op gestemd heeft?
A
Ja
B
Nee, je mag het niet vertellen. Het is geheim.
C
Het mag, maar het moet niet

Slide 8 - Quizvraag

Mag je in Nederland je eigen organisatie starten?
A
Ja, dat mag
B
Nee, dat mag niet
C
Soms wel en soms niet

Slide 9 - Quizvraag

Wie heeft de meeste macht in Nederland
A
de wetgevende macht (volksvertegenwoordigers =parlement)
B
de uitvoerende macht (regering)
C
de rechtelijke macht (rechters)
D
ze hebben allemaal gelijke macht

Slide 10 - Quizvraag

Mag een journalist in Nederland al het nieuws schrijven dat hij of zij wil? Ook als het niet leuk is voor de minister?
A
Ja, dat mag
B
Nee, dat mag niet
C
Ik weet het niet

Slide 11 - Quizvraag

Als de minister-president te hard heeft gereden krijgt hij dan dezelfde boete als een normale inwoner van Nederland?
A
Ja
B
Nee
C
Dat ligt aan de situatie

Slide 12 - Quizvraag

Welke wet is de belangrijkste in een democratie? De .....

Slide 13 - Open vraag

Waar gaat artikel 1 van de grondwet over?
A
Iedereen is gelijk in Nederland
B
Iedereen mag stemmen op zijn favoriete politieke partij
C
Iedereen mag een club of organisatie starten
D
Iedereen is gelijk in Nederland en je mag niet discrimineren

Slide 14 - Quizvraag

De Tweede Kamer
We gaan nu een video over de Tweede Kamer kijken. Maak aantekeningen.  Daarna volgen een paar vragen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoeveel mensen zitten in de Tweede Kamer?
A
100
B
250
C
50
D
150

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet een plek/stoel in de Tweede Kamer?
A
bureaustoel
B
bank
C
zetel
D
sofa

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de Tweede Kamer
A
Het controleren van de regering
B
het volk/inwoners vertegenwoordigen
C
nieuwe wetten voorstellen
D
antwoord a,b,c zijn allemaal goed

Slide 19 - Quizvraag

Waar of niet waar?

De Tweede Kamer controleert of de regering de wetten goed uitvoert
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Situatie: de regering heeft een voorstel voor een nieuwe wet. Hoeveel mensen in de Tweede Kamer moeten het eens zijn met het voorstel voor het voorstel een echte, nieuwe wet kan worden?
A
de helft van de Tweede Kamer
B
meer dan de helft van de Tweede Kamer
C
iedereen in de Tweede Kamer

Slide 21 - Quizvraag

Wie moet het OOK eens zijn met een voorstel voor een nieuwe wet?
A
de minister-president
B
alle inwoners van Nederland
C
de Eerste Kamer

Slide 22 - Quizvraag

Kan de Tweede Kamer zelf ook een voorstel voor een nieuwe wet doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Over welke onderwerpen praat de Tweede Kamer vaak?

Slide 24 - Open vraag

Is het land waar jij bent geboren op dit moment een democratie?

Slide 25 - Open vraag

Vragen ronde ben je voor of tegen.
Ga staan als je het met de stelling eens bent en blijf zitten als je het er niet mee eens bent.

Slide 26 - Tekstslide

Leerlingen op scholen moeten meer buitenspelen

Slide 27 - Tekstslide

Leerlingen moeten zelf kunnen kiezen welke lessen ze willen krijgen

Slide 28 - Tekstslide

De koning moet belangrijker zijn dan de Tweede kamer

Slide 29 - Tekstslide

De volgende stellingen moet je overleggen met je groepje

Schrijf op 1 blaadje jullie antwoord.
Bedenk ook WAAROM jullie het eens of oneens zijn. Geef bij elke stelling minimaal 2 argumenten.

Slide 30 - Tekstslide

Kinderen onder de 18 mogen ook stemmen

Slide 31 - Tekstslide

Schooldagen moeten korter worden

Slide 32 - Tekstslide

Nederland moet de president van Israel niet helpen

Slide 33 - Tekstslide

Immigranten zonder status moeten kunnen werken in Nederland

Slide 34 - Tekstslide

Nederland moet meer doen om arme landen te helpen 

Slide 35 - Tekstslide



Bedenk nu met je groepje zelf een stelling over een onderwerp dat interessant is voor leerlingen van 12-18 jaar.

Slide 36 - Open vraag

Wat heb je geleerd over
democratie

Slide 37 - Woordweb

Ik weet nu wat democratie betekent.
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll