Instructie schrijven

Nederlands
Adelbertles brugklas en 2t
'Aan de slag met grammatica'
Les 5: instructie schrijven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Adelbertles brugklas en 2t
'Aan de slag met grammatica'
Les 5: instructie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- je kan een instructie van een spel schrijven die voor de doelgroep begrijpelijk is, zodat de doelgroep het spel kan spelen
- je weet welke tekstvorm bij een instructie past
- je kan de tekst in een chronologische volgorde plaatsen
- je weet waar de nieuwe informatie in een zin en tekst geschreven wordt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie bekijken

Slide 3 - Tekstslide

Leerlingen krijgen de twee recepten om pannenkoeken te maken ook op papier.
Lees de twee instructies rustig door
  1. Wat valt op aan het taalgebruik in de verschillende teksten?
  2. Welke tekst is het makkelijkst te volgen? 
  3. Is de woordvolgorde belangrijk in de zinnen                     of kunnen deze ook aangepast worden                    zonder dat de tekst onduidelijker wordt?

Slide 4 - Tekstslide

Leerlingen schrijven tijdens het lezen de zaken op die hen opvallen.
Na het lezen bespreken we de recepten.
Pannenkoeken maken
Om pannenkoeken te maken heb je de volgende spullen nodig: 300 gram tarwebloem, 1 theelepel zout, 2 middelgrote eieren, 500 ml halfvolle melk en 30 gram ongezouten roomboter.
Om te beginnen moet je de bloem zeven met het zout. Doe dit boven een grote beslagkom. Als je de bloem goed gezeefd hebt, voeg je de eieren en de helft van de melk toe. Klop dit geheel met een garde tot een glad beslag. Als het mooi glad is, voeg je de rest van melk toe en klop je dit allemaal nog een keer. In de kom heb je nu mooi glad beslag om straks de pannenkoeken mee te maken. Maar eerst dek je de kom af met vershoudfolie en laat je dit zo 30 minuten staan.
Na 30 minuten ga je in een koekenpan een klontje boter smelten. gebruik hiervoor een pan van ongeveer 20cm doorsnee. nadat het klontje is gesmolten, schep je een soeplepel beslag in de pan. om een mooie pannenkoek te krijgen, draai je de pan rond, zodat het beslag zich mooi verdeeld in de pan.
De pannenkoek laat je nu 2 minuten op een middelhoog vuurtje bakken totdat de bovenkant droog is en de onderkant goudbruin. Draai de pannenkoek nu om en bak deze nog 1 minuut. Voor meer pannenkoeken herhaal je dit allemaal met de rest van het beslag. Houd de pannenkoeken warm onder een deksel of een bord tot al het beslag gebruikt is.
Combinatietip
Misschien vind je het lekker om een snufje kaneel toe te voegen aan het beslag.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Benodigdheden:
300 gram tarwebloem
1 theelepel zout
2 middelgrote eieren
500 ml halfvolle melk
30 gram ongezouten roomboter


De stappen:
1. Zeef de bloem met het zout boven een grote beslagkom.
2. Voeg de eieren en de helft van de melk toe.
3. Klop met een garde tot een glad beslag.
4. Schenk de rest van de melk erbij.
5. Klop opnieuw glad.
6. Dek de kom af met vershoudfolie en laat het beslag 30 min. staan.




Na 30 minuten:
7. Verhit een klontje boter in een koekenpan van 20 cm doorsnee.
8. Schep er een soeplepel beslag in.
9. Draai de pan rond zodat de hele bodem bedekt is met beslag.
10. Laat de pannenkoek 2 min. op middelhoog vuur bakken tot de bovenkant droog is en de onderkant goudbruin.
11. Draai de pannenkoek om en bak nog 1 min.
12. Herhaal met de rest van het beslag.
13. Houd de pannenkoeken warm onder een deksel of een bord tot al het beslag gebruikt is.

Combinatietip
Doe een snufje kaneel in het beslag, dat is extra lekker.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de twee instructies rustig door
  1. Wat valt op aan het taalgebruik in de verschillende teksten?
  2. Welke tekst is het makkelijkst te volgen? 
  3. Is de woordvolgorde belangrijk in de zinnen                     of kunnen deze ook aangepast worden                    zonder dat de tekst onduidelijker wordt?

Slide 7 - Tekstslide

Leerlingen schrijven tijdens het lezen de zaken op die hen opvallen.
Na het lezen bespreken we de recepten.
Welke informatie is nieuw?
  1. Chiara heeft bloemen gekregen, omdat zij jarig is.
  2. Omdat zij jarig is, kreeg Chiara bloemen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En bij deze zinnen?

De jongeren fietsen naar school.


Naar school fietsen de jongeren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus
De bekende informatie staat vooraan in de zin en de nieuwe, extra informatie staat erachter.


De jongeren fietsen naar school.

Slide 10 - Tekstslide

De jongeren fietsen is duidelijk, naar school is extra/nieuwe informatie en geeft aan waarnaartoe ze fietsen.


Chronologische volgorde

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klopt dit?
Vervolgens wisten ze de finale te winnen!
Eerst bereikten de Nederlandse voetbalvrouwen de kwartfinale. 
Tot slot werden ze in Nederland gehuldigd.
Daarna gingen ze door naar de halve finale. 




Slide 12 - Tekstslide

voordat, nadat, eerst, vervolgens, daarna, wanneer, vroeger, later
Wat is de eerste zin?
A
Vervolgens wisten ze de finale te winnen!
B
Eerst bereikten de Nederlandse voetbalvrouwen de kwartfinale.
C
Tot slot werden ze in Nederland gehuldigd.
D
Daarna gingen ze door naar de halve finale.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de tweede zin?
A
Vervolgens wisten ze de finale te winnen!
B
Eerst bereikten de Nederlandse voetbalvrouwen de kwartfinale.
C
Tot slot werden ze in Nederland gehuldigd.
D
Daarna gingen ze door naar de halve finale.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de derde zin?
A
Vervolgens wisten ze de finale te winnen!
B
Eerst bereikten de Nederlandse voetbalvrouwen de kwartfinale.
C
Tot slot werden ze in Nederland gehuldigd.
D
Daarna gingen ze door naar de halve finale.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de vierde zin?
A
Vervolgens wisten ze de finale te winnen!
B
Eerst bereikten de Nederlandse voetbalvrouwen de kwartfinale.
C
Tot slot werden ze in Nederland gehuldigd.
D
Daarna gingen ze door naar de halve finale.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zo is het goed!
Eerst bereikten de Nederlandse voetbalvrouwen de kwartfinale. 
Daarna gingen ze door naar de halve finale. 
Vervolgens wisten ze de finale te winnen!
Tot slot werden ze in Nederland gehuldigd.





Slide 17 - Tekstslide

voordat, nadat, eerst, vervolgens, daarna, wanneer, vroeger, later



Chronologisch verband

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden ken je die een chronologisch verband aangeven?

Slide 19 - Woordweb

Mogelijke woorden:
vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, dadelijk, terwijl, intussen, tijdens, inmiddels, sinds

Leerlingen nemen de woorden over in hun schrift.
Opdracht: instructie van je spel schrijven

  1. Maak een werkdocument waar je allebei in kunt werken.
  2. Werk de spelregels uit.
  3. Bepaal in welke volgorde deze in de instructie wordt verwerkt.
  4. Bepaal welke taalvorm je wilt gebruiken.
  5. Bepaal of je alleen tekst of ook plaatjes in je instructie gebruikt.
  6. Leg uit hoe je met je spel de grammatica oefent.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen gehaald?
- je kan een instructie van een spel schrijven die voor de doelgroep begrijpelijk is, zodat de doelgroep het spel kan spelen
- je weet welke tekstvorm bij een instructie past
- je kan de tekst in een chronologische volgorde plaatsen
- je weet waar de nieuwe informatie in een zin en tekst geschreven wordt

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op de samenwerking

Schrijf in je schrift:

  1. Welke rol had je vandaag tijdens het samenwerken?
  2. Vond je dit een fijne rol? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Sla je instructie goed op.
Sluit de laptop af en pak je agenda.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 

 Maak de instructie voor maandag af en mail deze naar Nec@adelbert.nl
  
(Volgende les neem ik ze uitgeprint mee om er samen naar te kijken.)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Ruim je laptop netjes op in de kar.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies