5. Een tsunami ontstaat in een bepaalde volgorde van gebeurtenissen. Lees de gebeurtenissen hiernaast en zet ze in de juiste volgorde.
1. De beving veroorzaakt een golf met een lengte van 200 km.
2. In ondiep water worden de golven afgeremd waardoor ze in hoogte toenemen.
3. Onderzeese aardbeving.
4. Het water komt met grote kracht op het strand aan.
5. In diep water kunnen de golven snelheden behalen van 800 km/uur.