Hoofdstuk 7 paragraaf 2 De grote Oost-Japanse ramp

Hoofdstuk 7 paragraaf 2 De grote Oost-Japanse ramp
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 paragraaf 2 De grote Oost-Japanse ramp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Hoe ontstaat een aardbeving

  • Je kan de Schaal van Richter gebruiken om aan te geven hoe zwaar een aardbeving is

  • Je kan uitleggen hoe een tsunami ontstaat

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een aardbeving?
Als platen convergent of transform bewegen, kunnen zware aardbevingen ontstaan.

Waar de beving ontstaat, is het hypocentrum. Waar hij aan het oppervlak komt, is het epicentrum.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaal van Richter
Elk hoger nummer op de schaal
betekent 10 x zwaarder dan het 
vorige nummer

Voorbeeld: 
Kracht 2 is 10x zwaarder dan kracht
1, maar kracht 3 is 100x zwaarder
dan kracht 1

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de filmpjes en schrijf de gevolgen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 7 paragraaf 2 De grote Oost-Japanse ramp
Les 2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Je kan uitleggen hoe een tsunami ontstaat

  •  Je kan de gevolgen van een ramp aangeven

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gevolgen hebben jullie in het filmpje waargenomen?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De schaal van Richter

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Schaal van Mercalli en de schaal van Richter, beide geven ze aan hoe zwaar een aardbeving of zeebeving is. De schaal van Richter geeft de kracht van de beving aan en de schaal van Mercalli de schade die is ontstaan.

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een tsunami op open zee is nog niet echt gevaarlijk. Pas als de golf aan de kust komt wordt het een probleem.
Het water bij de kust remt af, omdat het ondieper wordt. Daardoor haalt de achterkant van de golf de voorkant in, en ontstaat een
metershoge
vloedgolf.
津波 (tsunami, "tsunami") 津 (tsu, "haven") 
波 (nami, "hoge golf")

Slide 16 - Tekstslide

Een tsunami op open zee is nog niet echt gevaarlijk. Pas als de golf aan de kust komt wordt het een probleem.Het water bij de kust remt af, omdat het ondieper wordt. Daardoor haalt de achterkant van de golf de voorkant in, en ontstaat een
metershoge
vloedgolf.
De hoogte van een tsunami
De golf beweegt met 800 km/u over de zee.

Dichtbij de kust botst de golf
tegen de ondiepere zeebodem aan
De golf kan zijn energie niet meer
kwijt naar voren en moet dus omhoog

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Op 11 maart 2011 was er in het oosten van Japan een aardbeving van 8.9 op de Schaal van Richter.

Het epicentrum lag 130 kilometer van de kust, dus in de oceaan. Daarom was dit een zeebeving.

Slide 18 - Tekstslide

Door de schok begon de oceaan ook in beweging te komen. Er ontstond een vloedgolf die op de kust van Japan af ging:
een tsunami.
Tsunami in Japan(2011)
  • Twee platen kwamen met elkaar in botsing. Door de wrijving dierbij ontstond, schoten de platen weer los. Een gebied ter grote van heel Nederland(!!) werd opgetild. 
  • Deze aardbeving duurde i.p.v. een paar seconden, drie minuten. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

De tsunami in Japan kwam een paar minuten na de beving al aan land, dus veel mensen waren nog niet in veiligheid. Daardoor verdronken veel mensen bij de kust.
De kracht van water kan grote schade aanrichten. Er werden veel gebouwen verwoest. Door het water ontplofte ook een kerncentrale. De straling die daarbij vrijkwam was ook erg gevaarlijk voor mensen.
Gevolgen van de tsunami
  • Een groot probleem was het overhitten en ontploffen van de kernreactor in Fukushima. 
  • Alle bewoners in een straal van 30 km moesten worden geevacueerd. Uit dit gebied halen, omdat het niet meer veilig was. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de tsunami
  • Een tsunami wordt pas gevaarlijk bij de kust
  • In het ondiepe water remt de golf en wordt hij steeds groter en groter. 
  • Dan komt er een 'muur' op het land af. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de tsunami
  • Pas een jaar later was de situatie rond Fukushima onder controle. 
  • Alleen mensen die in de buitenste ring van het gebied woonde mochten weer terug. De rest bleef verboden gebied. 
  • Tot de dag van vandaag blijven ze metingen doen. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tsunami bij Fukushima
Waarom was het ook na de tsunami nog levensgevaarlijk om hier in de buurt te komen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de opdrachten van Paragraaf 7.1

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen


  • Je kan uitleggen hoe een tsunami ontstaat

  •  Je kan de gevolgen van een ramp aangeven

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies