Activiteiten en Dienstverlening les 6

Activiteiten en Dienstverlening
"Inclusie"
Les 6
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBO

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Activiteiten en Dienstverlening
"Inclusie"
Les 6

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
1. Welkom
2. Huiswerk bespreken
3. Theorie
4. Evaluatie van de les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag:
De student heeft geleerd wat "Polarisatie"" inhoudt
De student weet wat Radicalisering is en kan verschillende vormen benoemen
De student heeft kennisgemaakt met verschillende onderdelen van interculturele communicatie
De student heeft geleerd wat "Etnocentrisme" betekend

Slide 3 - Tekstslide

Polarisatie
Is het wijzen op sterke verschillen tussen groepen en de verschillen in een negatief daglicht plaatsen. Groepen laten geloven dat zij elkaars vijanden zijn.​             
Demoniseren: Bewust een andere groep negatief of slecht neerzetten. Woord is afkomstig van DEMON = duister/kwaad/slecht. Menszijn van de andere groep wordt hiermee weggenomen (dehumaniseren), de tegengestelde groep voelt zich dan bedreigd.​
Oorzaken en gevolgen van polarisatie:​
Politici kunnen bedoeld of onbedoeld polarisatie opwekken. Politici die het met opzet doen zetten de eigen groep op tegen een ander en krijgen door de aangeprate angst meer aanhangers. Angst leidt tot wantrouwen, als gevolg gewelddadige acties tegen "de ander," weer reactie hierop en zo ontstaat negatieve wisselwerking (politici lijken dan gelijk te hebben) = meer polarisatie, tot aan een burgeroorlog toe (Srebrenica; serven vs. moslims / Rwanda; hut i's vs. Tutsi's)​



Slide 4 - Tekstslide

Radicalisering
Radicalisering is een proces waarbij individuen of groepen zichzelf vervreemden of verwijderen van de normen en waarden van hun eigen groep. Deze personen vertonen radicaal gedrag (extreem of totaal anders). 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Interculturele communicatie
Wanneer je met iemand uit een andere cultuur communiceert, kunnen er misverstanden ontstaan door cultuurverschillen of door een andere kijk op de wereld. 

Slide 8 - Tekstslide

Kun je een voorbeeld geven van radicalisering/radicaal gedrag?

Slide 9 - Open vraag

Kun je een voorbeeld geven van miscommunicatie wat kan ontstaan door "Interculturele communicatie"

Slide 10 - Open vraag

Onbevooroordeeld
Als je met iemand communiceert, maak je altijd gebruik van je eigen culturele denkpatroon. Je hebt een gekleurde bril. Als sociaal werker is het belangrijk bewust te zijn van je eigen gekleurde bril en deze af te zetten om zonder oordeel naar de problemen en wensen van je client te luisteren. Verdiep je in de normen en waarden van een cultuur en oordeel niet op basis van je eigen normen en waarden. ​

Slide 11 - Tekstslide

Je eigen culturele achtergrond
Jouw eigen culturele achtergrond speelt een grote rol in je communicatie met mensen van een andere culturele achtergrond. ​


Communicatie tussen verschillende culturen heet interculturele communicatie. Er zijn verschillende factoren die communicatie tussen mensen van verschillende culturele groepen kunnen belemmeren: normen en waarden, de cultuur waarin je bent opgegroeid, je religie, je inlevingsvermogen, bepaalde uitdrukkingen, non-verbale communicatie​

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor soort vooroordelen zou je als sociaal werker kunnen hebben richting jouw cliënt?

Slide 13 - Open vraag

Etnocentrisme
Etnocentrisme is het beoordelen van andere culturen op basis van de maatstaven van je eigen cultuur. Zodra je in contact komt met andere culturen, neem je automatisch je eigen cultuur als uitgangspunt. Het kan daarom zijn dat je daarom aspecten van andere culturen afkeurt, omdat je dit in je eigen cultuur anders doet. Het etnocentrisme staat voor een superioriteitsgevoel van de eigen cultuur. ​Cultuurrelativisme is het tegenovergestelde van etnocentrisme. Hierin wordt iedere cultuur als gelijk ervaren. ​

Slide 14 - Tekstslide

Welke voorbeelden van "Etnocentrisme" kun jij bedenken?

Slide 15 - Open vraag

Belangrijke taak van de sociaal werker:Inlevingsvermogen
Inlevingsvermogen: je kunnen verplaatsen in de ander en de gevoelens en gedachten van de ander begrijpen. Als je belangstelling toont in wat de ander belangrijk vindt door de goede vragen te stellen en te luisteren, kun je je inlevingsvermogen vergroten. 

Slide 16 - Tekstslide

Kun jij een voorbeeld geven van een moment waarop jij "Inlevingsvermogen" hebt getoond?

Slide 17 - Open vraag

Tips voor de docent?

Slide 18 - Open vraag

Tops voor de docent?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide