quiz hh WvdD week 44

Woord van de Dag
Herhalingsweek 44
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Woord van de Dag
Herhalingsweek 44

Slide 1 - Tekstslide

Wij zijn bevriend ______ de middelbare school.
A
voor
B
tot
C
na
D
sinds

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'instructie'?
A
Het geven van aanwijzingen of uitleg
B
Een taak
C
Een verhaal vertellen
D
Een soort gereedschap

Slide 3 - Quizvraag

Lisa kon ________dat ze haar huiswerk had gemaakt door haar aantekeningen te laten zien.
A
showen
B
verbergen
C
pronken
D
bewijzen

Slide 4 - Quizvraag

"Mijn vriend was echt onder de indruk van de truc die de goochelaar liet zien tijdens het feest."

Wat betekent "onder de indruk"?
A
Hij was verveeld door de truc
B
Hij was enthousiast over de truc
C
Hij begreep de truc niet
D
Hij was boos op de goochelaar

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent 'van pas komen'?
A
Niet nodig zijn
B
Vervelend zijn
C
Handig zijn op een bepaald moment
D
Vergeten worden

Slide 6 - Quizvraag

Deze aanwijzingen zullen ons _________________ de schat.
A
gidsen naar
B
scheiden naar
C
leiden naar
D
lijnen naar

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord betekent hetzelfde als 'apart'?
A
gekoppeld
B
gescheiden
C
onafhankelijk
D
zelfstandig

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het woord "gezelschap"?
A
Samen met anderen zijn
B
Alleen zijn
C
Eten met vrienden
D
slapen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking "bijkomen" van een schooldag?
A
Een extra taak uitvoeren
B
Iets aanvullen met meer details
C
Uitrusten na drukte of stress
D
Sneller lopen om ergens op tijd te zijn

Slide 10 - Quizvraag

"Het bleek dat de cake al op was toen ik thuis kwam."

Wat betekent het woord "blijken"?
A
snel rennen
B
iets laten vallen
C
duidelijk worden
D
sprinten

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord kun je ook gebruiken voor 'uitkomen' ?

De nieuwe film zal binnenkort 'uitkomen.'
A
Verdwijnen
B
Ondergaan
C
Veranderen
D
Verschijnen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een belangrijke reden voor het starten van een eigen bedrijf?
A
Winst maken
B
Werken voor anderen
C
Nieuwe vaardigheden ontwikkelen
D
Meer vrije tijd hebben

Slide 13 - Quizvraag