Beeldhouwkunst; uitbeelden van beweging, glimmende materialen.
Italië; Umberto Boccioni, Luigi Russolo
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Dadaïsme 1916
Gewone dingen tot kunst verklaren.
Antikunst, afzetten, choqueren.
Belachelijk maken van officiële kunst met humor en ironie.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Bauhaus 1919-1933
School voor vormgeving in Duitsland, goede woningen voor iedereen. Gebruik van skeletbouw, staal, beton, veel glas.
constructie duidelijk zichtbaar
Functionele vormgeving. Kunst voor iedereen. Goedkoop.
Toepassing van wiskundige vormen voor massaproductie.
Totaalkunst vooral van gebruiksvoorwerpen.
Gebruik van nieuwe materialen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Architektuur, gebruiksvoorwerpen
architektuur, gebruiksvoorwerpen
Vorm; praktisch, functioneel,
geen versieringen
Slide 9 - Tekstslide
schilderkunst
Slide 10 - Tekstslide
De Stijl 1917-1931
Kunsttijdschrift heet de stijl.
Kunst is koel en onpersoonlijk; basisvormen (vierkant, driehoek, rechthoek, cirkel), verticale en diagonale lijnen en basiskleuren (rood, geel, blauw, wit en zwart) .
Mondriaan; schilderijen
Rietveld; meubels en huizen; rietveldhuis en rietveldstoel.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Expressionisme 1905-1940
Uitdrukken van gevoel, Munch
fauvisten, kleuren sterker maken, kleur=gevoel , Matisse, van Dongen
Der blaue reiter, Die Brucke,; vormverandering en sociale engagement, Kirchner en Kandinsky
Onnatuurlijk felle kleuren, Gaugin
grove penseelstreek, Kirchner
sociaal engagement
vervorming expressie, Zadkine, Marini
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Kubisme 1905-1920
pre-kubisme- Paul Cesanne.
kijken naar Afrikaanse kunst.
Picasso. Braques
Geometrische vormen, kubussen, kegels en bollen, vereenvoudigd.
verschillende invalshoeken
Collagestijl.
Landschappen, mensen en stillevens.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Abstracte kunst 1905-1920
Je kan niet zien wat het voorstelt.
Verbeelding van sfeer/emotie/idee
Vormgeving is belangrijker dan wat het voorstelt.
Schilderkunst; Geometrische en Organische vormen, weinig details, weinig ruimtewerking, ritme en contrasten.
Beeldhouwkunst; Geometrische of Organische vormen, details weggelaten.
Architectuur; Geometrische vormen, geen verwijzingen naar andere stromingen in de architectuur.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Surrealisme, 1920-1940
Boven de werkelijkheid.
Freud-Droomwereld, het onderbewuste.
Voltagetechniek; automatisch schrijven. Ernst.
Dali, leed aan paranoia, schildert heel precies maar geeft dingen een andere betekenis zodat het vervreemdend werkt, Een horloge dat uitloopt, zitten op lippen.
herkenbare voorstelling , maar raar. vervreemdend.