2G signaalwoorden en tekstverbanden 6 nov. 2023

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
warming up
wat leer je deze les?
signaalwoorden en tekstverbanden
opdracht kiezen en aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Over signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


Zin

Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     

signaalwoord:  
- geeft je een seintje
- maakt een tekst logisch 
(zorgt voor het verband tussen het een en het ander)

Slide 7 - Tekstslide

Tekstverbanden
opsommend
ook, eveneens, daarnaast, en
tijdsvolgorde
eerst, toen, vervolgens
tegenstellend
maar, toch, integendeel
uitleggend
bijvoorbeeld, m.a.w.

Slide 8 - Tekstslide

Vier tekstverbanden
Concluderend: er volgt een conclusie. (dus, daarom, kortom,..)
Redengevend: geeft aan waarom iemand iets doet. (omdat, want, daarom*, dus*, ....)
Vergelijkend: hier wordt een verschil of overeenkomst genoemd. (in vergelijking met, net als, meer/groter/beter dan,...)
Oorzakelijk: geeft aan waardoor iets komt. (doordat, daardoor, het gevolg is, dus*, dankzij,...)

Slide 9 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


........., maar ..........
Verband?

Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


...................., omdat ......................
Verband?

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


...................., zoals ......................
Verband?

Slide 12 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


...................., en ......................ook......
Verband?

Slide 13 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


...................., bijvoorbeeld .....................
Verband?

Slide 14 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


...................., eerst ......... daarna............
Verband?

Slide 15 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


...................., dus ......................
Verband?

Slide 16 - Tekstslide

Hij is net als zijn moeder een enorme snoepkont.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
vergelijkend verband
D
oorzakelijk

Slide 17 - Quizvraag

Doordat het klimaat snel verandert, moet Het Waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
vergelijkend verband
D
oorzakelijk

Slide 18 - Quizvraag

Het was druk, lawaaierig en onoverzichtelijk, kortom één grote chaos!
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
vergelijkend verband
D
oorzakelijk

Slide 19 - Quizvraag

Dus...., je komt niet?!
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
vergelijkend verband
D
oorzakelijk

Slide 20 - Quizvraag

Ik ben heerlijk tot rust gekomen, dus ik zie er nu een stuk beter uit.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
vergelijkend verband
D
oorzakelijk

Slide 21 - Quizvraag

Het regent dus ik ga met de bus.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
vergelijkend verband
D
oorzakelijk

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een redengevend en een oorzakelijk verband?

Slide 23 - Open vraag

Blink Lezen 3
Les 2 -> heb je twee teksten uitgekozen?
Heb je de signaalwoorden eruit gehaald?
en deze signaalwoorden genoteerd?
Ga naar Blink-o-theek
klik op opdrachten
Kies een opdracht
Je mag de opdracht met iemand samen maken (2)

Slide 24 - Tekstslide

opdracht kiezen
Je mag de opdracht in tweetallen maken
Werk de opdracht uit
Je wordt ervoor beoordeeld
Je laat mij weten hoe de taakverdeling is geweest
Deadline is volgende week (13 november)

Slide 25 - Tekstslide