taalvaardig deel 5

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
pav, NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Antwoord op zijn vraag!
B
Antwoordt op zijn vraag!

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Draait u even om!
B
Draai u even om!

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Draait u zich even om!
B
Draai u zich even om!

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Kleed u maar weer aan!
B
Kleedt u maar weer aan!

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is juiste schrijfwijze?
A
Wend u tot de directeur!
B
Wendt u tot de directeur!

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Houdt uw notities goed bij.
B
Houd uw notities goed bij.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
spinnewiel
B
spinnenwiel
C
D
spinneweb

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
wiegenlied
B
wiegelied
C
wiegedood

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Welke woord is NIET juist geschreven?
A
schattebout
B
apentrots
C
zonnebank
D
rijstevlaai

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
klassespeler
B
waardenschaal
C
Koninginnendag
D
reuzenfijn

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een goed synoniem voor arbitrair?
A
overeenstemming
B
willekeurig
C
beïnvloedend

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een goed synoniem voor gerenommeerd?
A
befaamd
B
beroemd

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn additieven?
A
toegevoegde stoffen
B
behandelde stoffen
C
bewerkte stoffen

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent accumuleren?
A
samenpersen
B
opeenstapelen

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent implementeren?
A
realiseren
B
invoeren
C
ongedaan maken

Slide 19 - Quizvraag

Brussel en zijn vele cafés trekken veel bezoekers is een correcte zin.
A
juist
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

Is deze zin correct? Zowel Lucas als Simon waren tevreden.
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Vul de zin correct aan:
De vrouw .... hij een afspraakje had, is getrouwd
A
waarmee
B
met wie

Slide 22 - Quizvraag

Is deze zin correct? Het land die we bezocht hebben is Italië.
A
nee
B
ja

Slide 23 - Quizvraag

Is deze zin correct? Geld of beroemdheid maken niet gelukkig.
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag