Procenten, decimale getallen en breuken

Procenten, decimale getallen en breuken

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Procenten, decimale getallen en breuken

Slide 1 - Tekstslide

in deze les ga je...
...breuken naar procenten omrekenen en andersom
...breuken omrekenen naar decimale getallen en andersom
...rekenen met procenten


Slide 2 - Tekstslide

Hoe was het ook alweer?


  • 50% = 50 : 100
  • als breuk: 50/100 vereenvoudigd is dat 1/2
  • als decimaal getal: 0,5

Slide 3 - Tekstslide

is hetzelfde als
21
A
2%
B
5%
C
20%
D
50%

Slide 4 - Quizvraag

is hetzelfde als
41
A
4%
B
40%
C
25%
D
20%

Slide 5 - Quizvraag

is hetzelfde als
81
A
8%
B
12,5%
C
80%
D
25%

Slide 6 - Quizvraag

hoeveel procent is dat?

51
A
50%
B
5%
C
20%
D
15%

Slide 7 - Quizvraag

schrijf als een decimaal getal

51
A
0,5
B
0,2
C
0,1
D
0,05

Slide 8 - Quizvraag

Maak van 65% een decimaal getal.
A
6,5
B
0,6
C
0,065
D
0,65

Slide 9 - Quizvraag

Maak van 4% een decimaal getal.
A
4
B
0,04
C
0,4
D
4,00

Slide 10 - Quizvraag

Maak van 4% een breuk.
A
1/2
B
1/5
C
1/20
D
1/25

Slide 11 - Quizvraag

Welk deel is paars gekleurd?
A
1/2
B
2/5
C
1/4
D
3/5

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel procent is paars gekleurd?
A
1%
B
5%
C
10%
D
20%

Slide 13 - Quizvraag

Wat is groter 30 procent of
31
A
30 procent
B
1/3

Slide 14 - Quizvraag

Wat is groter 80% of
87
A
80 procent
B
7/8

Slide 15 - Quizvraag

Welk decimaal getal hoort bij 80%?
A
0,8
B
0,4
C
0,25
D
0,125

Slide 16 - Quizvraag

Welk decimaal getal hoort bij 66%?
A
0,51
B
0,15
C
0,66
D
0,6

Slide 17 - Quizvraag

24,8 % is ongeveer:
A
7/10
B
3/10
C
1/4
D
1/2

Slide 18 - Quizvraag

30,6% is ongeveer
A
7/10
B
1/2
C
3/10
D
1/4

Slide 19 - Quizvraag

wat is meer
A
40%
B
1/2

Slide 20 - Quizvraag

wat is meer
A
3/4
B
80%

Slide 21 - Quizvraag

wat is meer
A
1/4
B
4%

Slide 22 - Quizvraag

Een broek kost €80, er zit 40% korting op, hoeveel moet ik betalen?
100% - 40% = 60%
Vul de tabel in:
%
100
60
80

Slide 23 - Tekstslide

Een broek kost €80, er zit 40% korting op, hoeveel moet ik betalen?
100% - 40% = 60%
Vul de tabel in:
%
100
1
60
80
X

Slide 24 - Tekstslide

Een broek kost €80, er zit 40% korting op, hoeveel moet ik betalen?
100% - 40% = 60%
Vul de tabel in:

80 : 100 x 60 = 48 euro
Dus je betaald 48 euro voor de broek.
%
100
1
60
80
X
48

Slide 25 - Tekstslide

Bereken 66% van 250 euro.
A
165
B
155
C
150
D
166

Slide 26 - Quizvraag

Er zijn 8600 zitplaatsen, 62,5% is bezet. Hoeveel plaatsen zijn bezet?
A
6250
B
5375
C
3225
D
375

Slide 27 - Quizvraag

Een armband kost €15,00, je krijgt 40% korting, hoeveel moet je betalen?
A
3 euro
B
6 euro
C
9 euro
D
12 euro

Slide 28 - Quizvraag

Normaal kost een zak chips 1,50 euro.
Nu is er 1/3 deel korting.
Bereken de nieuwe prijs.
A
1 euro
B
0,80 euro
C
0,50 euro
D
1,20 euro

Slide 29 - Quizvraag

Normaal kost een sporttas 45 euro. Nu is er 60% korting.
Wat is de nieuwe prijs?
A
18 euro
B
27 euro
C
40 euro
D
60 euro

Slide 30 - Quizvraag

Een zwemkaart kostte €35,00, de prijs wordt met 8% verhoogd, hoeveel moet je betalen?
A
37,80 euro
B
32,20 euro
C
37,80 dollar
D
32,20 dollar

Slide 31 - Quizvraag

Een concertkaartje kost €74. Je krijgt 25% korting. Wat is de nieuwe prijs?
A
18,50 euro
B
37 euro
C
55,50 euro
D
60 euro

Slide 32 - Quizvraag