In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Rekenmodule 3.1
Slide 1 - Tekstslide
LET OP!
Noteer bij alle opgaven je berekening en let op je afronding (geld 2 decimalen, procenten 1 decimaal).
Slide 2 - Tekstslide
Bakker Bas verkoopt in een maand 4.000 broden. De opbrengst daarvan is € 8.760. Per brood koopt hij graan en andere grondstoffen in ter waarde van € 0,56. - Bereken de toegevoegde waarde per brood. - Hoeveel is dat in procenten van de waarde van het eindproduct?
Slide 3 - Open vraag
Voor de productie van 2.750 banken maakte meubelfabriek Balk vorig jaar € 959.750 vaste kosten en € 1.295.250 variabele kosten. Bereken de kostprijs per bank.
Dit jaar stijgt de productie naar 3.100 banken. De variabele kosten stijgen naar € 1.460.000. Bereken de kostprijs per bank in dit jaar.
Slide 4 - Open vraag
Banketbakkerij Stoet produceert 40.000 taarten per jaar. De vaste kosten zijn € 225.000, de variabele kosten € 105.000. - Bereken de kostprijs per taart. Een jaar later is de productie gedaald naar 38.000 taarten. - Bereken hoeveel de totale variabele kosten nu zijn. - Bereken de nieuwe kostprijs per taart.
Slide 5 - Open vraag
Melle zoekt een nieuwe auto waar hij vijf jaar in wil rijden. Hij twijfelt tussen drie modellen uit het rijtje hiernaast. Hij kiest uiteindelijk voor de auto met de laagste afschrijving. Welke auto kiest Melle? Geef bij je antwoord ook de berekening.
Slide 6 - Open vraag
Arzu koopt voor haar taxibedrijf voor € 46.480 een nieuwe taxi die ze zes jaar wil gebruiken. Als ze hem daarna inruilt, verwacht ze er nog € 13.000 voor terug te krijgen. - Bereken de afschrijving per jaar. - Bereken wat de taxi nog waard is na twee jaar.
Slide 7 - Open vraag
Anco heeft een oude machine voor de verwachte restwaarde van € 11.300 verkocht. De machine heeft hij in negen jaar afgeschreven. De afschrijving was € 450 per maand. Bereken wat negen jaar geleden de aanschafprijs van de machine was.
Slide 8 - Open vraag
Tony neemt zonnepanelen op zijn dak. Daarin investeert hij € 3.675. Hij verwacht per jaar 2.000 kWh aan stroom zelf op te wekken. De prijs van één kWh is € 0,23. Bereken na hoeveel jaar Tony zijn investering terugverdient. Rond af op hele jaren.
Slide 9 - Open vraag
Besttablet.nl koopt tablets in voor € 175 per stuk. Bij de verkoop rekent Besttablet een brutowinstmarge van 42%. De btw is 21%. - Bereken de verkoopprijs. - Bereken de consumentenprijs.
Slide 10 - Open vraag
Shipyard koopt een speedboot in voor € 6.670. De boot wordt verkocht met een brutowinstmarge van 90%. De btw is 21%. Bereken de consumentenprijs van deze speedboot.
De vaste kosten van frisdrankfabrikant Top zijn € 625.000 per jaar. De variabele kosten zijn € 0,23 per liter. - Bereken de kostprijs per liter frisdrank bij een jaarproductie van 2,5 miljoen liter frisdrank. - Wat wordt de kostprijs per liter als de productie verdubbelt?
Slide 14 - Open vraag
In Nederland is de btw op levensmiddelen 6% btw, in Denemarken 25%. Hoeveel is een Deen duurder uit dan een Nederlander voor een winkelwagen levensmiddelen van € 69 (exclusief btw)?
Slide 15 - Open vraag
Snoopy maakt snoepgoed. Het bedrijf produceert 125 miljoen snoepjes per jaar. Snoopy heeft € 375.000 variabele kosten en € 500.000 vaste kosten. Bereken de kostprijs per snoepje, op twee decimalen nauwkeurig.
Slide 16 - Open vraag
Mario heeft een scooter in zijn showroom te koop gezet voor € 2.699 incl. btw. De btw is 21%, de brutowinstmarge is 35%. Bereken de inkoopprijs van deze scooter.
Slide 17 - Open vraag
Hovenier Arnold Tuinman heeft per maand een omzet van gemiddeld € 11.600 (exclusief 21% btw). Eens in de drie maanden draagt hij zijn ontvangen btw af aan de Belastingdienst. Bereken het bedrag dat Arnold elk kwartaal aan btw afdraagt.