H10: paragraaf 1 - gelijknamige breuken

10.1 Gelijknamige breuken

Je leert en herhaalt:

Breuken vereenvoudigen
Gelijknamige en ongelijke breuken optellen en aftrekken

1 / 13

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

10.1 Gelijknamige breuken

Je leert en herhaalt:

Breuken vereenvoudigen
Gelijknamige en ongelijke breuken optellen en aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

Breuken bestaan uit...

Boven en onder

Teller en noemer

Naam en achternaam

Vier cijfers

Slide 2 - Quizvraag

Verklein de volgende breuken
16/20

5/8

8/10

4/5

2/3

Slide 3 - Quizvraag

Welke 2 breuken zijn hetzelfde
Klik er één aan

2/4

1/4

2/3

1/2

Slide 4 - Quizvraag

Breuken delen of vermenigvuldigen

Slide 5 - Tekstslide

Breuken optellen

Dit zijn gelijknamige breuken

Want de noemer is bij

allebei de breuken 5

Slide 6 - Tekstslide

Maar stel...

2/5 + 1/10 =

1/3 + 1/5 =

2/3 - 1/5 =

Slide 7 - Tekstslide

Bij breuken optellen moet je de breuken gelijknamig maken

Waar

Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

2/6 en 4/6
Zijn gelijknamige breuken

waar

niet waar

Slide 9 - Quizvraag

wat is 2/9 + 4/18 ?
(denk aan het verkleinen van breuken)

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 8 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 3 6 ​}

Slide 10 - Quizvraag

breuken optellen

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 0 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 2 0 ​}

1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 11 - Quizvraag

breuken optellen

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 ​}

\frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 2 0 ​} = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 9 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk

Maken paragraaf 10.1

In de klas: uit je boek in je schrift

Thuis: online, op de wiskunde site

Slide 13 - Tekstslide