7.4 Rekenen met formules

Vandaag
Terugblik op 7.1  7.2  7.3
Uitleg 7.4
Quiz
Open vragen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Terugblik op 7.1  7.2  7.3
Uitleg 7.4
Quiz
Open vragen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les zijn:

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we al?
We kunnen een regel in woorden maken
We kunnen van een regel in woorden een pijlenketting maken
We kunnen een pijlenketting maken
We kunnen van een pijlenketting een formule maken

Slide 3 - Tekstslide

Regel in woorden --> pijlenketting
Een regel in woorden beschrijft hoe je iets kunt berekenen:
Het aantal wielen keer 36 is gelijk aan het aantal spaken.
Begin altijd met AANTAL .........  EN = schrijf je als IS GELIJK AAN 

De pijlenketting wordt dan:





Slide 4 - Tekstslide

Regel in woorden --> pijlenketting
Regel in woorden: 
Het aantal uren keer 4,50 plus 5 is gelijk aan verdienste. 

Pijlenketting:


Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een pijlenketting?
Jan verkoopt  elke week kranten, voor elke krant krijgt hij 50 eurocent. Per week krijgt hij 5 euro startgeld.


1. Bereken een aantal voorbeelden.  
2. Schrijf de regel in woorden.
3. Maak een pijlenketting die bij deze regel in woorden hoort.

Slide 6 - Tekstslide

1. Bereken een aantal voorbeelden.  
Jan verkoopt elke week kranten, voor elke krant krijgt hij  €0,50. Per week krijgt hij 5 euro startgeld.

Hoeveel verdient Jan als hij:
1 krant verkoopt?       1 x 0,50 + 5 = 5,50
2 kranten verkoopt? 2 x 0,50 + 5 = 6
3 kranten verkoopt? 3 x 0,50 + 5 = 6,50

Slide 7 - Tekstslide

2. Schrijf de regel in woorden.
Hoeveel verdient Jan als hij:
1 krant verkoopt? 1 x 0,50 + 5 = 5,50
2 kranten verkoopt? 2 x 0,50 + 5 = 6
3 kranten verkoopt? 3 x 0,50 + 5 = 6,50

Het aantal kranten keer 0,50 plus 5 is gelijk aan de verdiensten

Slide 8 - Tekstslide

3. Maak een pijlenketting die bij deze regel in woorden hoort.
Het aantal kranten keer 0,50 plus 5 is gelijk aan de verdiensten

aantal kranten --- x 0,50--> .... --- + 5 --> verdiensten

Slide 9 - Tekstslide

Welke formule hoort bij deze pijlenketting?
A
aantal + 30 x 6 = kosten
B
aantal x 6 = kosten
C
aantal + 6 x 30 = kosten
D
aantal x 6 + 30 = kosten

Slide 10 - Quizvraag

Welke formule hoort bij deze pijlenketting?
A
tijd + 39 x 54 = verdiensten
B
tijd x 54 + 39 = verdiensten
C
tijd x 54 = verdiensten
D
tijd + 54 x 39 = verdiensten

Slide 11 - Quizvraag

Wat 
is
wat???
pijlenketting
formule
tabel
grafiek

Slide 12 - Sleepvraag

Welke formule hoort hierbij?
A
aantal uren x 2 = bedrag in euro's
B
aantal uren x 2 + 5 = bedrag in euro's
C
aantal uren + 5 = bedrag in euro's
D
aantal uren +5 x2 = bedrag in euro's

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Niels bezorgt pizza's. Hij verdient €2,50 per pizza en krijgt voor elke dag dat hij werkt €5,00 fietsgeld.
Hoeveel verdient Niels als hij op een dag 10 pizza's bezorgt?
A
25
B
75
C
30
D
60

Slide 16 - Quizvraag

Niels bezorgt pizza's. Hij verdient €2,50 per pizza en krijgt voor elke dag dat hij werkt €5,00 fietsgeld.
Welke formule hoort hierbij?
A
aantal pizza's x2,50= verdienste
B
aantal pizza's +5 = verdienste
C
aantal pizza's x7,50 = verdienste
D
aantal pizza's x2,50 +5 = verdienste

Slide 17 - Quizvraag

Tabel maken bij een formule
De getallen (in-getal) die je invult in de formule zet je in de bovenste rij van de tabel.
De uitkomst/het antwoord (uit-getal) van de formule zet je in de onderste rij van de tabel.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld van formule naar tabel
De formule is: tijd x 15 = afstand
Hierbij is de tijd in uren en de afstand in km
In-getal is de tijd, Uit-getal is de afstand
De tijd komt dus bovenin de tabel 
De afstand komt dus onderin de tabel

Slide 19 - Tekstslide


Slide 20 - Open vraag

Huiswerk
7-4

Slide 21 - Tekstslide