Tekstsoorten

Welke doelen kan een schrijver met zijn tekst hebben?
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welke doelen kan een schrijver met zijn tekst hebben?

Slide 1 - Woordweb

Vijf tekstdoelen!
1. Informeren :     iets nieuws vertellen / verslag doen
2. Overtuigen:     overhalen om met jou eens te zijn (standpunt +
                                   argumenten)
3. Beschouwen: probleem analyseren + van verschillende
                                   kanten belichten > zet je aan het denken 
4. Activeren:         aanzetten tot actie > iets doen!
5. Amuseren:       vermaken




Slide 2 - Tekstslide

Een reclame heeft als belangrijkste doel:
A
overtuigen
B
activeren
C
beschouwen
D
informeren

Slide 3 - Quizvraag

Een ingezonden brief van een lezer in de krant heeft als belangrijkste doel:
A
Uiteenzetten
B
activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 4 - Quizvraag

Een achtergrondartikel over het nut van het eten spinazie tijdens een toetsweek heeft als belangrijkste doel:
A
beschouwen
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een uitnodiging?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het belangrijkste doel van een boek- of filmrecensie?
A
beschouwen
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 7 - Quizvraag

Drie soorten teksten
1. Uiteenzetting                  Informatieve tekst 
2. Betoog                               Overtuigende tekst
3 Beschouwing                   verschillende standpunten/meningen
                                                    >> lezer kan eigen mening vormen!  

Objectief of subjectief?
Voorbeelden tekstvormen? 

Slide 8 - Tekstslide

Theorie: tekstdoel uiteenzetting
  • Het tekstdoel van een uiteenzetting is informeren;
  • Je noemt alleen maar feiten en het is een objectieve tekst;
  • Je legt iets uit, verklaart iets of deelt iets mee;
  • De tekststructuren waaruit je kan kiezen: Voordelen-en-nadelenstructuur (schrijver gaat niet verder dan de beschrijving), 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag:
Opdracht 1 p. 118

Slide 10 - Tekstslide