3.2 - Zien H1

Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?
A
een verandering waarop je kunt reageren
B
alles wat een mens doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?
A
een verandering waarop je kunt reageren
B
alles wat een mens doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag

Slide 1 - Quizvraag

Wanneer accommoderen je ooglenzen?
Je ooglenzen accommoderen:
A
Als je eerst iets van dichtbij en direct erna iets van veraf bekijkt.
B
Als je pupillen van groot naar klein gaan en andersom.
C
Als je lang naar één punt in de verte kijkt.
D
Als je van een donkere ruimte in een verlichte ruimte komt.

Slide 2 - Quizvraag

Zoek bij elk zintuig de juiste taak
Warmtezintuigen
Tastzintuigen
koudezintuigen
Pijnzintuigen

Zijn er voor de prikkel pijn

Zijn gevoelig voor de prikkel, "hoe voelt het voorwerp aan"

Zijn gevoelig voor de prikkel "lagere temperatuur"

Zijn gevoelig voor de prikkel "hogere temepratuur"

Slide 3 - Sleepvraag

Het oog heeft als taak prikkels op te vangen.
Wat is de prikkel voor de zintuigen in het oog?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid

Slide 4 - Quizvraag

Voor welk zintuig is 'geluid' de prikkel?
A
Gehoorzintuig
B
Lichtzintuig
C
Smaakzintuig
D
Pijnzintuig

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel soorten zintuigen bevinden zich in de huid?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quizvraag

Een gevoelszenuw loopt vanaf je hersenen naar je spieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je een gebied van de hersenen dat 'gespecialiseerd' is in het verwerken van impulsen van een bepaald zintuig
A
Een hersendeel
B
Een hersencentrum
C
Een breinbeetje
D
Een impulsgebied

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet het als bepaalde prikkels niet meer door de hersenen worden verwerkt?

Slide 9 - Open vraag

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 10 - Quizvraag

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
Het netvlies.
C
Het vaatvlies.

Slide 11 - Quizvraag

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 12 - Quizvraag

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel typen kegeltjes zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 14 - Quizvraag

Welke kleur(en) kegeltjes worden geprikkeld bij geel licht?

Slide 15 - Open vraag

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 16 - Quizvraag

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
Het netvlies.
C
Het vaatvlies.

Slide 17 - Quizvraag

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 18 - Quizvraag

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel typen kegeltjes zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 20 - Quizvraag

Welke kleur(en) kegeltjes worden geprikkeld bij geel licht?

Slide 21 - Open vraag


Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog? 
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 22 - Quizvraag

Als je iets van dichtbij goed wilt kunnen bekijken moet je lens ... worden
A
Boller
B
Platter
C
Langer
D
Korter

Slide 23 - Quizvraag

De lens van het oog kan van vorm veranderen (accomoderen).
Marieke kijkt naar een kaars in de verte, welke "vorm" hebben haar lensbandjes en haar lens?
A
lensbandjes: strak lens: bol
B
lensbandjes: strak lens: plat
C
lensbandjes: slap lens: plat
D
lensbandjes: slap lens: bol

Slide 24 - Quizvraag

Leg uit hoe het kan dat wij met onze ogen goed diepte kunnen zien

Slide 25 - Open vraag

Ik ga een voldoende halen voor deze proef
A
Echt wel
B
Jawel
C
Als de zon en de maan goed staan
D
Nooit

Slide 26 - Quizvraag