5.3 Tekststucturen

Welkom H3A
Stop je telefoon in de telefoontas en leg je spullen op tafel:
                                    Leesboek, Talentboek, schrift, agenda en pen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom H3A
Stop je telefoon in de telefoontas en leg je spullen op tafel:
                                    Leesboek, Talentboek, schrift, agenda en pen 

Slide 1 - Tekstslide

Welkom H3C
Stop je telefoon in de telefoontas en leg je spullen op tafel:
                                  Leesboek, Talentboek, schrift, agenda en pen 

Slide 2 - Tekstslide

Welkom H3D
Stop je telefoon in de telefoontas en leg je spullen op tafel:
Leesboek, Talentboek, schrift, agenda, pen 

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen H2.6
- Je kan twee belangrijke aandachtspunten van een presentatie benoemen.

- Je weet wat je niet moet doen als je gaat presenteren.  

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatten
Een goede samenvatting geeft beknopt informatie over de inhoud van een tekst. 
                  Een samenvatting maken voor anderen:
  • Je vat een hele tekst of een gedeelte van de tekst samen.
  • Je gebruikt hele zinnen.
  • Je gebruikt signaalwoorden en/of verwijswoorden (= beter te begrijpen).

! Om hoofdzaken te vinden, kun je de structuur van een tekst gebruiken:

Slide 6 - Tekstslide

Tekststructuren
Een tekst heeft altijd een vaste opbouw: inleiding-middenstuk-slot.

Daarnaast zijn veel teksten opgebouwd volgens een vaste structuur. 
Een tekststructuur is een bepaalde vorm die je tekst scanbaar maakt.            Als de lezer alleen even snel over je tekst heen zou scannen, zou dankzij de structuur duidelijk moeten zijn waar de tekst over gaat.

Het is belangrijk dat je die herkent, omdat je daardoor de tekst beter begrijpt.


Slide 7 - Tekstslide

voor- en nadelenstuctuur

een keuze/besluit moet worden gemaakt
voor- en nadelen 
conclusie

Slide 8 - Tekstslide

voor- en nadelenstuctuur

een keuze/besluit moet worden gemaakt
voor- en nadelen 
conclusie
noemen
wat zijn:
wat is:
wat zijn:
geven
: welke?
noemen
wat is de:
S
A
M
E
N
V
A
T
T
E
N

Slide 9 - Tekstslide

Drie tekststructuren
1. PROBLEEM-OPLOSSINGSSTRUCTUUR

Het thema van een deze structuur is altijd een ongewenste situatie.

  • Als in de inleiding een probleem wordt genoemd, gaat het middenstuk over gevolgen, oorzaken en oplossingen. In het slot = beste oplossing!

BV. leerachterstanden door corona, parkeerproblemen in de binnenstad  etc.

Slide 10 - Tekstslide

Drie tekststructuren
 1. PROBLEEMSTRUCTUUR

                                
parkeerprobleem op school
gevolg ...
oplossing: ga fietsen of lopen!

Slide 11 - Tekstslide

Samengevat
Toentallen ouders proberen op hetzelfde tijdstip en plekje hun auto te parkeren. (probleem)
Dat levert chaotische en soms ronduit gevaarlijke situaties op. (gevolg)
Fietsen of lopen is veel beter. (oplossing)

Slide 12 - Tekstslide

Drie tekststructuren
2. VERKLARINGSSTRUCTUUR

Als er een bepaald verschijnsel wordt verklaard (duidelijk wordt gemaakt).

  • Als in de inleiding een verschijnsel wordt genoemd, gaat het middenstuk over kenmerken, voorbeeldenoorzaken en gevolgen. Slot= samenvatting!

BV. overgewicht bij kinderen, de populariteit van Social Media, inflatie etc. 

Slide 13 - Tekstslide

Drie tekststructuren
2. VERKLARINGSSTRUCTUUR

 

verschijnsel: kaalheid bij mannen
oorzaak /
gevolg
kenmerk

Slide 14 - Tekstslide

Drie tekststructuren
Bijna alle mannen worden op een gegeven moment in meer of mindere mate kaal. (verschijnsel)
Dat komt door het hormoon DTH. Als dat hormoon aan een haarzakje plakt, kan het de groeicyclus van het haar verstoren. (oorzaak / gevolg) Hoeveel en waar DHT aan een haarzakje kan plakken, is erfelijk. (kenmerk)

Slide 15 - Tekstslide

Drie tekststructuren
3. VOOR- EN NADELENSTRUCTUUR

Als er een afweging voor een keuze of besluit wordt gemaakt. 

  • In de inleiding wordt een situatie geschetst. Het middenstuk gaat dan over (argumenten voor) voor- en nadelen. De conclusie lees je in het slot. 

BV. wel of geen vaccinatieplicht, toetreding tot de NAVO, schoolkeuzes etc.

Slide 16 - Tekstslide

Drie tekststructuren
3. VOOR- EN NADELENSTRUCTUUR
situatie / vraag: 
Wel of geen griepprik halen?
voor- en nadelen
conclusie

Slide 17 - Tekstslide

Drie tekststructuren
Is het handig om een griepprik   te halen? (keuze/besluit)
Een griepprik is gratis, maar bacterien kunnen resistent worden. (voor- en nadeel)
Het is voor mij niet handig om een griepprik te halen. (conclusie)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Kernzinnen en onderwerp
Op de volgende 2 slides vind je 2 filmpjes over kernzinnen en onderwerp

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide