M3 fictie 4.1 en lezen 4.3

Welke onderwerpen spreken jou aan in een leesboek?
1 / 19
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welke onderwerpen spreken jou aan in een leesboek?

Slide 1 - Woordweb

opdracht
  • Klassikaal lezen blz 90 werkschrift. Fragment van het leesboek 'Mislukt' geschreven door Iris Boter
  • Klassikaal lezen 'auteursdossier' blz 92
  • maken opdracht 2a,b,c en d
  • maken opdracht 4a en b 
  • 5, 6,7,8 en 9
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen week 2
  • Je weet het verschil tussen een open en een gesloten einde
  • Je kunt het onderwerp en thema van een verhaal beschrijven
..................................................................................................................................................................................
  • hoe maak je meerkeuzevragen
  • wat is de relatie tussen beeld en reclame
  • verschil commerciële en ideële reclame


Slide 3 - Tekstslide

Ben jij benieuwd naar het vervolg van tekst 1?
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 4 - Quizvraag

Einde...

- Gesloten einde: goede afloop of droevig einde - verhaal is afgelopen. Het verhaalprobleem is opgelost. 

- Open einde: onzekere afloop- het probleem is nog niet opgelost. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Heeft dit fragment een open of een gesloten einde?
A
open
B
gesloten

Slide 7 - Quizvraag

Thema
  • Onderwerp: geeft in één of enkele woorden aan waar het boek over gaat --> bv. Carry Slee - Spijt! = pesten
  • Thema: de bedoeling van het verhaal in een paar woorden, korte zin of vraag --> de grote gevolgen van pesten / scholier wordt zo gepest dat hij zelfmoord pleegt / Welke gevolgen heeft pesten?

Slide 8 - Tekstslide

Wat vind jij prettiger in een boek/film een open/gesloten einde?
waarom?

Slide 9 - Open vraag

Word jij beïnvloed door reclame? Geef voorbeelden.

Slide 10 - Open vraag

opdrachten fictie 4.1
  • maak opdracht 7c,d,e,f,g,h en i
  • maak opdracht 8 a,b,c en d
  • maak opdracht 9 a,b,c en d  

Slide 11 - Tekstslide

opdracht
  • bekijk bron 1 ( blz 107)
  • maak opdracht 3 a t/m h 
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Commerciële reclame

De meeste reclame die je tegenkomt is commercieel.

Commerciële reclame heeft als doel je over te halen iets te kopen.
Ideële reclame

Maar reclame kan ook ideeël zijn.

Ideële reclame heeft een maatschappelijk doel: het gedrag of de opvattingen van mensen veranderen.

Slide 13 - Tekstslide

reclame
een reclame brengt een product, dienst of idee onder de aandacht. De meeste reclames bestaan uit een combinatie van een tekst een een beeld.
  • de tekst heeft vaak een opvallende lay-out of opmaak: de verdeling van de tekst over de pagina, lettertype en grootte, gebruik van kleur
  • het beeld kan een plaatje, foto of afbeelding zijn 

een goede reclame heeft een sterke combinatie van beeld en tekst. Hierdoor komt de boodschap extra goed over. 
Het belangrijkste tekstdoel van reclame is activeren. Daarnaast ook nog andere tekstdoelen zoals informeren, amuseren, maar ook overtuigen of waarschuwen. 

Slide 14 - Tekstslide

Is dit een commerciële reclame of een ideële reclame?

Slide 15 - Tekstslide


A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame

Slide 16 - Quizvraag

Ideële reclame
commerciële reclame

Slide 17 - Tekstslide


A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame

Slide 18 - Quizvraag

Welke reclame schiet jou meteen te binnen?

Slide 19 - Woordweb