Scheikunde mavo3 H1.1 Stofeigenschappen

scheikunde mavo3
Hoofdstuk 1
Stoffen en Mengsels
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

scheikunde mavo3
Hoofdstuk 1
Stoffen en Mengsels

Slide 1 - Tekstslide

H1.1 Stofeigenschappen
  • verschil tussen biologie, natuur -en scheikunde
  • stofeigenschappen
  • pictogrammen

Slide 2 - Tekstslide

natuurwetenschappen
  • scheikunde = chemie: is het bestuderen van stoffen en wat er gebeurt als je stoffen samenvoegt. Het gaat vaak om 'blijvende veranderingen'
  • biologie: is het bestuderen van de levende natuur, dus alles over mensen, dieren en planten.
  • natuurkunde: is het bestuderen van verschijnselen in de natuur zoals: licht, geluid, elektriciteit enz. Dit gaat vaak over 'omkeerbare processen'.

  • vaak overlappen deze vakgebieden elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

voorbeelden van scheikunde:
  • ontwikkelen duurzame plastics (snel afbreekbaar)
  • DNA -analyse na misdaad
  • 'levensduur' van accu vergroten
  • (veilig)proeven doen

Slide 4 - Tekstslide

Waaraan herken je stoffen?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

stofeigenschappen

  • fase
  • smaak
  • geur
  • kleur
  • oplosbaarheid in water
  • kookpunt
  • smeltpunt / stolpunt
  • dichtheid
  • brandbaarheid
  • elektrische geleidbaarheid
  • warmtegeleiding

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

metaal eigenschappen:
  1. glanzend uiterlijk
  2. hoog smeltpunt
  3. geleiden goed warmte
  4. geleiden goed elektriciteit
  5. goed vervormbaar door walsen en smeden
  6. in gesmolten toestand goed te mengen

Slide 10 - Tekstslide

Dichtheid 
Wat is dichtheid?
Wat is de formule van dichtheid? 
Hoe kunnen we er mee rekenen? 

Slide 11 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 12 - Tekstslide

Dichtheid 
Dichtheid

Slide 13 - Tekstslide

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g
Uitleg van de wipwap

Slide 14 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 15 - Tekstslide

dichtheid - 4. dichtheid
Wat kun je met massa en volume?

Slide 16 - Tekstslide

MASSA EN VOLUME zijn geen stofeigenschappen!!!

Slide 17 - Tekstslide

dichtheid
van iedere stof
--> kun je de massa en
      het volume bepalen
--> met massa en volume
      kun je de dichtheid
      berekenen
--> dichtheid is een
      stofeigenschap

 

Slide 18 - Tekstslide

Dichtheid berekenen

Slide 19 - Tekstslide

Een blokje heeft een massa van 135g en een volume van 50cm³. Bereken de dichtheid.
Gegeven:    m=135 g     V= 50 cm³
Gevraagd: Dichtheid =

Berekening: 

Antwoord:       = 2,7 g/cm³
ρ
ρ

Slide 20 - Tekstslide

Een blokje heeft een massa van 80 gram en een breedte van 4 cm een lengte van 3 cm en hoogte 1 cm. 
Bereken de dichtheid van de stof.
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Eenheden
5. Berekening
6. Antwoord
1. V = 4x3x1 = 12         en m = 80 gram
2. ρ = ? 
3. 
4. V =
5.
6. ρ = 6,67 
p=Vm
cm3
cm3
p=1280
cm3g
Dichtheid berekenen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Scheikunde gaat over:
A
Blijvende veranderingen
B
Tijdelijke veranderingen

Slide 23 - Quizvraag

Behoort dit verschijnsel tot natuurkunde of scheikunde?
A
Natuurkunde
B
Scheikunde

Slide 24 - Quizvraag

Een stukje papier verbranden is:
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 25 - Quizvraag

Als er bliksem is, is dat:
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 26 - Quizvraag

Welke wetenschap houdt zich bezig met het veranderen van stoffen?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 27 - Quizvraag

Het beslag van een cake wordt hard als je het bakt. Dat is dus:
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 28 - Quizvraag

Wat is allemaal een reactie
A
smelten van ijs
B
oplossen van suiker
C
verbranden van aardgas
D
bakken van een ei

Slide 29 - Quizvraag

Dichtheid zegt iets over:
A
Het gewicht van een stof
B
Het volume van een stof
C
Het massa per volume eenheid
D
Het volume per massa eenheid

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het symbool van dichtheid?
A
p
B
ρ
C
P
D
π

Slide 31 - Quizvraag

De dichtheid van ijs is .... dan de dichtheid van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk

Slide 32 - Quizvraag

Een eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
kg
D
dm3

Slide 33 - Quizvraag

Bij deze formule -- dichtheid = massa/volume.
In welke eenheid is dichtheid?
A
gram
B
massa
C
g/cm3
D
ml/g

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de dichtheid van lucht?
A
130 gram per liter
B
13 gram per liter
C
1,3 gram per liter
D
0,13 gram per liter

Slide 35 - Quizvraag

Op een fles verfverdunner staat:
Licht ontvlambaar. Schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid.
Welke twee pictogrammen horen op de fles verfverdunner te staan?
D
C
B
A
A
pictogram A
B
pictogram B
C
pictogram C
D
pictogram D

Slide 36 - Quizvraag

Een zuur is een bijtende stof.
Welke pictogram moet er op het etiket van een zuur staan?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekent pictogram b
A
giftig
B
gevaarlijk
C
bijtend/corrosief
D
explosief

Slide 38 - Quizvraag

maken opdracht 
Hoofdstuk 1.1
1 t/m 11

Slide 39 - Tekstslide