Elfje

RAADSEL
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

RAADSEL

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al?
Je hebt vast wel eens een gedicht gelezen.


Slide 5 - Tekstslide

Wat is een gedicht?

Slide 6 - Woordweb

sneeuw
wit tapijt
op donkere aarde
nog even niet betreden
ongereptheid


Slide 7 - Tekstslide

krokus
kom op
wees niet bang
kom maar te voorschijn
lentebode

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Kenmerken Elfje

- 11 woorden (11-je)

- 1. titel (1 woord)
-2. Wat? (2 woorden)
-3. Waar? (3 woorden)
-4. Vervolg/actie/toevoeging (4 woorden)
- 5. Afsluiting /samenvatting  (1 woord)


Voorbeelden:

'Wit'
Een ster
Aan de hemel
Zij flonkert me toe
Schitterend!

'Vlinder'
Zo mooi
Al die kleuren
Fladderen in het rond
Blij!

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel woorden heeft de tweede regel van een elfje?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Dozen
geel, blauw
volg de pijlen
alles voor je huis
Ikea

Slide 13 - Tekstslide

In een elfje mag je ook dingen als w8, gwn of u2 gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Lekker...
patatje mayo
een frikadel speciaal
broodje kroket met mosterd
snackbar

Slide 15 - Tekstslide

Wat ga je doen?

Je gaat een elfje maken:
- De eerste regel heeft 1 woord, 
- De tweede regel heeft 2 woorden,
- De derde regel heeft 3 woorden
- De vierde regel heeft 4 woorden 
- De vijfde regel heeft weer 1 woord 
  en bevat meestal een samenvatting van het geheel..

Slide 16 - Tekstslide

STAPPENPLAN

Stap 1: Neem een ding, dier of mens in je hoofd waarover het gedicht zal gaan. Kies een eigenschap dat hierbij past en schrijf dit in 1 woord op. Bijvoorbeeld de kleur, het karakter, de geur, de smaak etc.
Stap 2: Schrijf in 2 woorden bij wie of wat die eigenschap hoort.
Stap 3: Waar is het ding, dier of mens?
Stap 4: Stel een vraag over waar de eerste drie regels over gaan.
Stap 5: Wat zegt het, welk geluid maakt het?




Slide 17 - Tekstslide

Ben je klaar?
Ben je klaar met je elfje dan schrijf je hem netjes op een blaadje. 
Je versiert jouw blaadje zoals jij dat wilt. 

Het resultaat lever je in bij mij.

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

voorbeelden van een Elfje

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video