Schrijven basiscursus voorbereiden

SCHRIJVEN PERIODE 3
VOORBEREIDEN/ UITVOEREN/ CONTROLEREN EN VERBETEREN

VANDAAG: VOORBEREIDEN 

Zakelijke email schrijven
onderdeel schrijfexamen oefenen
affiche van tekst en beeld voorzien

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SCHRIJVEN PERIODE 3
VOORBEREIDEN/ UITVOEREN/ CONTROLEREN EN VERBETEREN

VANDAAG: VOORBEREIDEN 

Zakelijke email schrijven
onderdeel schrijfexamen oefenen
affiche van tekst en beeld voorzien

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN
Je gaat bepalen WAT je gaat schrijven, voor WIE en in WELKE VOLGORDE je de informatie gaat geven.

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan- ONDERWERP
  • Als je zelf een onderwerp mag verzinnen, kies dan iets waar je wat van weet.
  • Onderwerp te breed? Verklein!
  • Onderwerp te beperkt? Vergroot! 
  • Denk aan: tijd/ doelgroep/ hoeveelheid en deelonderwerpen

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan- ONDERWERP
Zoenen met collega's! 
Zoenen met collega's op kantoor tijdens de nieuwjaarswensen. (Deelonderwerp)
Wat is er de afgelopen 2 jaar veranderd in het zoenen met collega's op kantoor tijdens de nieuwjaarswensen? (Tijd)
Zoenen met collega's in het onderwijs  tijdens de nieuwjaarswensen (doelgroep)

Slide 5 - Tekstslide

Je krijgt de opdracht een tekst te schrijven over remmen. Welk deelonderwerp is het MINST geschikt?
A
Remconstructies
B
Onderdelen remsysteem
C
De ANWB slipcursus
D
Remvloeistof

Slide 6 - Quizvraag

Stappenplan- DOELGROEP/PUBLIEK
  • Schrijf je voor klanten?
  • Schrijf je voor een collega?
  • Schrijf je voor je docent Nederlands?

De ene doelgroep heeft meer uitleg en makkelijkere taal nodig dan de andere doelgroep. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke doelgroep is het meest passend bij de volgende deelonderwerpen? (remconstructies, onderdelen remsysteem, remvloeistof)
A
Docenten Grafische Vormgeving
B
Studenten autotechniek
C
Klanten van een garagebedrijf
D
HRM-afdeling van Mobiliteit

Slide 8 - Quizvraag

Stappenplan- DOEL
  • Wil je de lezer informatie geven?  (informeren)
  • Wil je de lezer iets uitleggen? (instrueren)
  • Wil je de lezer jouw mening vertellen? (mening geven)
  • Wil je dat de lezer jouw mening gaat overnemen? (overtuigen)
  • Wil je dat de lezer iets gaat doen? (activeren) 
  • Wil je de lezer vermaak bieden? ( animeren)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan- TEKSTSOORT
enquête
folder
affiche
bijsluiter
column
instructie
offerte
Is elke tekstsoort voor elk tekstdoel/ publiek geschikt? Waarom wel of niet? 


Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan -TEKSTSTRUCTUUR

  1. vraag-antwoordstructuur
  2. verleden-heden (toekomst) structuur
  3. probleem-oplossingsstructuur
  4. voor-en nadelenstructuur
  5. argumentatiestructuur
  6. verklaringsstructuur

Slide 12 - Tekstslide

Voor de website van het bedrijf waar je werkt schrijf je een blogpost over hoe de sector zich heeft ontwikkeld en wat er komende jaren zal gebeuren.
Welke structuur is het beste?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verleden-heden-toekomststructuur
C
verklaringsstructuur
D
argumentatiestructuur

Slide 13 - Quizvraag

De Gemeente Utrecht heeft besloten om in de hele stad betaald parkeren in te voeren. Als inwoner van Utrecht ben je het daar niet mee eens. Je schrijft Gemeente Utrecht een brief.
Welke structuur is het beste?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
argumentatiestructuur

Slide 14 - Quizvraag

Stappenplan- SCHRIJFPLAN
Gebruik de '5w's' en 'h' in een logische volgorde:
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Waarom 
Hoe


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

NU Nederlands
Maak bij NU Nederlands de volgende opdrachten:

schrijven
1.1  Voorbereiden (basiscursus)
opdracht 1 t/m 5

Slide 17 - Tekstslide