unité 6: grammaire 2: delend lidwoord

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

la tâche de début
Overleg in tweetallen 
Traduisez ce texte. 
je prépare des spaghettis pour ce soir. 
Tu peux aller faire des cours s'il te plaît?

Il faut des tomates, de la viande hachée, des champignons et du fromage. 

D'accord, je vais au supermarché.
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide


Inhoud
  • La tâche de début
  • Grammaire 2:
    het delend lidwoord
  • Au travail
  • Klassikaal nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Het lidwoord

                                                            



Onbepaald lidwoord
Bepaald lidwoord

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire : Lidwoorden
  • In het Frans heb je :

    1. Het bepaald lidwoord - le, la, l', les
    2. Het onbepaald lidwoord - un, une
    3. Het delend lidwoord - du, de la, de l', des

Slide 5 - Tekstslide

Delend lidwoord (Van de/Het)
Vormen van het delend lidwoord?


man
vrouw
klinker/H
enk
du
de la
de l'
mv
des
des
des

Slide 6 - Tekstslide

Het delend lidwoord

bestaat niet in het Nederlands!

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.


Bijvoorbeeld;

Ik eet chocola

Je mange du chocolat

Slide 7 - Tekstslide

Het lidwoord


Het delend lidwoord (du, de la, de l', des) gebruik je als het om een onbepaalde hoeveelheid gaat. Er is dan in het Nederlands geen lidwoord.






Slide 8 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van het delend lidwoord
A
j'achète de la beurre
B
j'achète du beurre
C
j'achète le beurre

Slide 9 - Quizvraag

Welk delend lidwoord?

Je mange ........ viande.
A
de
B
d'
C
du
D
de la

Slide 10 - Quizvraag

Sleep het delend lidwoord naar de juiste zinnen.
Je mange ... pommes.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle a pris ... viande.
du
de la
des
de l'

Slide 11 - Sleepvraag

6. Daar zijn ze weer, letters met oogjes. Welke delend lidwoorden horen waar? 
huile
beurre
eau
glaces
café
confiture

glace
verres

Slide 12 - Sleepvraag

Delend lidwoord
Let op !!!
Is er sprake van een ontkenning of een hoeveelheid, dan plaats je in plaats van een delend lidwoord 'de/d'

Par example:
- Je voudrais 2 kilos de pommes.
- Je n'ai pas d'argent.
- Elle a un peu de chips.

Slide 13 - Tekstslide

DE/D'

Slide 14 - Tekstslide

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'

Slide 15 - Sleepvraag

Grammaire: Delend lidwoord
Je voudrais
tomates, s'il vous plaît.
Je voudrais
beaucoup
oranges, s'il vous plaît.
Je voudrais
250 grammes
bonbons, s'il vous plaît.
Je prends
légumes.
Je ne veux pas

fromage.
Elle prend
salade niçoise.

de
d'
de
de la
de l'
des
des

Slide 16 - Sleepvraag

Au travail !
Wat?
Exercices 16A, B, C & D 
aux pages 61-63
Met wie en hoe?
- Je mag in tweetallen hardop overleggen.


Hulp nodig?
- Kijk op pagina 73
- Ik loop rond voor vragen.
Tijd?

Klaar?
Apprenez le vocabulaire d'unité 6 

(verbuga.eu/studygo)
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

la tâche de début
Zoek de delend lidwoorden
Welke delend lidwoorden staan er in de tekst?
je prépare des spaghettis pour ce soir. 
Tu peux aller faire des cours s'il te plaît?

Il faut des tomates, de la viande hachée, des champignons et du fromage. 

D'accord, je vais au supermarché.

Slide 18 - Tekstslide