,

onderdeel 1: Delend lidwoord

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Mariam
Sarah
Tim 
Lucius
Jesse
Nena
Ella
Ruben
Luuk Z
Emma
Tara
Sanne M
Mayla
Sanne L
Roos
Malan
Melle
Jitte
Joel
Yari
Roan
Luuk B
Lucca
Mels
Melati
Amber
Pieter
Tygo
Docent

Slide 3 - Tekstslide

la tâche de début
Grammatica: Delend lidwoord

Overleg in tweetallen. 









vul in: le, la , les of l'

j'adore ________musique de Lana del Rey
Il est dans ________hôtel.
Ma mère détèste _________rats.
_______chien s'appelle Max.
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début 
  • Lessonup: lidwoorden
  • Au travail: grammaticaboekje

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Lessonup inhoud:
Lidwoorden 
(bepaald, onbepaald & delend)

Prenez ton chromebook & log in sur lessonup avec ton propre nom.

Slide 7 - Tekstslide

Het lidwoord

                                                            



Onbepaald lidwoord
Bepaald lidwoord

Slide 8 - Tekstslide

Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) |
Lidwoorden 
Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'

Slide 9 - Sleepvraag

Grammaire : Lidwoorden
  • In het Frans heb je :

    1. Het bepaald lidwoord - le, la, l', les
    2. Het onbepaald lidwoord - un, une
    3. Het delend lidwoord - du, de la, de l', des

Slide 10 - Tekstslide

Het delend lidwoord

bestaat niet in het Nederlands!

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.


Bijvoorbeeld;

Ik eet chocola

Je mange du chocolat

Slide 11 - Tekstslide

Het lidwoord


Het delend lidwoord (du, de la, de l', des) gebruik je als het om een onbepaalde hoeveelheid gaat. Er is dan in het Nederlands geen lidwoord.






Slide 12 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van het delend lidwoord
A
j'achète de la beurre
B
j'achète du beurre
C
j'achète le beurre

Slide 13 - Quizvraag

Welk delend lidwoord?

Je mange ........ viande.
A
de
B
d'
C
du
D
de la

Slide 14 - Quizvraag

Sleep het delend lidwoord naar de juiste zinnen.
Je mange ... pommes.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle a pris ... viande.
du
de la
des
de l'

Slide 15 - Sleepvraag

1. Staat er een van de volgende werkwoorden in de zin?
- aimer
- préférer
- détester
- adorer

Dan gebruik je niet het delend lidwoord, maar het 'gewone' lidwoord.
Dus: le, la, l' of les.
2. staat er een ontkenning of een hoeveelheid?

Dan gebruik je DE/D'


Par exemple:
- Il a beaucoup d'argent
- Elle achète un kilo de pommes.
- Thomas n'a pas d'animaux.
- J'aime les chocolats

Slide 16 - Tekstslide

Delend lidwoorden:
Woorden van hoeveelheid: 
beurre     "boter"
crême    "(slag)room"
énergie    "energie" 
frites       "frietjes" 
un paquet
beaucoup
trop
un plat
beurre 
crême   
énergie
frites
du
de la
de l'
des
de
de
de
d'

Slide 17 - Sleepvraag

Grammaire: Delend lidwoord
Je voudrais
pommes, s'il vous plaît.
Je voudrais
500 grammes
oranges, s'il vous plaît.
Je voudrais
un kilo
pommes sucrées.
Je prends
légumes.
Je voudrais
encore
fromage.
J'aimerais
viande.

de
d'
du
de la
de l'
des
des

Slide 18 - Sleepvraag

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
du
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On n'a pas ... argent
J'achète ... lait.
du
d'
de
des
de l'

Slide 19 - Sleepvraag

Au travail !
Wat?
exercice 1. lidwoorden à la page 5
Met wie en hoe?
- je mag in tweetallen overleggen/samenwerken
Tijd?

Tip:
Kijk op pagina 
3 & 4 
Klaar? 
- online oefenen via link in magister
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Klassikaal nakijken

Slide 21 - Tekstslide