Module 12 P1 - LW3 De ouder wordende client

Opdracht
Woordspin geriatrische reuzen
Ondervoeding, communicatie, stabiliteit, mobiliteit, psychische stoornis, incontinentie, medicatie

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Opdracht
Woordspin geriatrische reuzen
Ondervoeding, communicatie, stabiliteit, mobiliteit, psychische stoornis, incontinentie, medicatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oudere cliënt 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ouder wordende cliënt
Op alle levensgebieden zijn ouder wordende cliënten extra kwetsbaar. Zo hebben ze eerder en meer kans op gezondheidsproblemen en op eenzaamheid.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het beginstadium van dementie zijn mensen met dementie alert.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Antwoord
Dit is waar, mensen met dementie in het eerste stadium zijn zich vaak pijnlijk bewust van hun eigen achteruitgang en
het verlies van kennis en vaardigheden. Ze zoeken houvast bij andere mensen en in kleine details. Ze zijn alert op de
omgeving vanuit de angst (weer) iets te missen, te vergeten of niet te weten. Ook in lichaamshouding is die alertheid
vaak terug te zien: toegeknepen ogen, gespannen spieren en veel rondkijken. Vaak zoeken mensen zelf een plek op
in de woonkamer waarin ze goed overzicht hebben op alles wat er gebeurt.
Eenzaamheid bij ouderen.

  • Wat zijn de oorzaken van eenzaamheid volgens jou?
  • Kunnen we ouderen helpen met hun eenzaamheid?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenzaamheid
We horen steeds meer over eenzaamheid. Eenzaamheid is een gevoel, het voelt verdrietig en naar. Veel oudere mensen voelen zich wel eens eenzaam. Ze kunnen ook eenzaam zijn omdat ze niet veel meer zelf kunnen doen en overal hulp voor nodig hebben. Maar ook jongeren kunnen zich eenzaam voelen, eenzaamheid komt voor bij alle leeftijden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vormen van eenzaamheid
sociale eenzaamheid; minder contacten
emotionele eenzaamheid; gemis
existentiële eenzaamheid; gevoel van nutteloosheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenzaamheid bij ouderen
Waar denk jij aan bij eenzaamheid?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwetsbare ouderen
Kwetsbare ouderen zijn oudere mensen met een verminderde regie over het eigen leven, een complexe situatie en een zorgbehoefte.  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desoriëntatie
Desoriëntatie is het verlies van vermogen om mensen en dingen te herkennen, plaatsen te bepalen of het begrip voor tijd. Mensen die gedesoriënteerd zijn gedragen zich soms anders.  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor het begeleiden
van kwetsbare oudere

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Afasie =
A
Taalprobleem
B
moeite met plannen en organiseren
C
Probleem met doelgerichte praktische handelingen
D
Vergeetachtigheid verbloemen met fantasieverhaal

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Desoriëntatie =
A
Herhaaldelijk hetzelfde vertellen
B
Niet weten waar hij is, welke dag het is en herkent mensen niet meer
C
Verlies van manieren en verzorg uiterlijk
D
Moeite met complexe vaardigheden/ handelingen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij de term kwetsbare oudere?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt de term oudere gebruikt?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de loop van het leven gaan bepaalde functies achteruit. Waar heeft dit betrekking op?
A
Motoriek en reactievermogen
B
Cognitieve functies
C
Zintuigen
D
Alle genoemde functies

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke benaderingswijzen kunnen er worden ingezet bij oudere cliënten in het algemeen of bij ouderen met dementie

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Validation
Validation wil ook zeggen dat de zorgverlener op zoek is naar de redenen waarom iemand zich zo gedraagt of uit. Dit geschiedt door te observeren, te luisteren, waar te nemen en vragen te stellen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belevingsgerichte zorg
Belevingsgerichte zorg betekent aansluiten bij de belevingswereld en gevoelens van iemand die zorg krijgt. We gaan samen met de bewoner, de familie en vrijwilligers op zoek naar de juiste zorg met als doel dat de bewoner zich erkend, gerespecteerd en vertrouwd voelt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij welzijn?
A
goed inkomen
B
hoge opleiding
C
gezond zijn
D
gelukkig zijn

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het woord ‘welzijn’ betekent: je goed voelen. Gezondheid is lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn. Wat betekent sociaal welzijn? 
A
Dat je lichaam normaal werkt 
B
Dat je geen pijn hebt
C
Dat je niet depressief of overspannen bent 
D
Dat je je goed voelt bij andere mensen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geestelijk welzijn?
A
je voelt je thuis in je omgeving en hebt veel contact met anderen
B
je lichaam werkt normaal, je hebt geen pijn
C
Dat je geestelijk niet ziek bent
D
je voelt je opgewekt en maakt je weinig zorgen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WAT IS WELZIJN
A
VEEL GELD HEBBEN
B
GOED GEZOND ZIJN
C
DE WOON- EN LEEFOMSTANDIGHEDEN
D
IN EEN MOOIE WIJK WONEN

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

KSW
In een kleinschalige woonvorm woont u met een klein aantal andere mensen samen. Er is zorg en ondersteuning in de woning beschikbaar. Kleinschalige woningen staan meestal in een 'gewone' wijk, dus niet op het terrein van een zorginstelling

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is KSW ingezet
A
Voor de gezelligheid
B
Om prikkels te minimaliseren
C
Omdat het makkelijker is voor personeel

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie
A
Naam voor combinatie van symptomen
B
verwerking van informatie hersenen verstoord
C
Verzamelnaam voor ziekte aan de hersenen
D
Pijn in het hoofd

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een vorm van dementie?
A
Parkinson
B
Lewy body ( eiwitten in de hersenen) en Alzheimer
C
Alzheimer en Korsakov
D
ouderen die niks snappen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dementie
A
Heeft een traag verlopend proces
B
Is een psychiatrische stoornis
C
Tast het lange termijn geheugen aan
D
Treedt acuut op

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Voorbereiden volgende les
Pagina 22, 23, 24
opdracht 1, 3 en 4

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies