Les 2.6 16 okt

 Today
  • Vocabulary check
  • Explain grammar: zinsvolgorde 

  • Work on homework exercises

  • Present simple: aantekening
       -  Check homework exercises

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Today
  • Vocabulary check
  • Explain grammar: zinsvolgorde 

  • Work on homework exercises

  • Present simple: aantekening
       -  Check homework exercises

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulary check
1.   pech
Copy the words and translate them into English.
2.  hard, luid
3.  prijs
4.  lachen
5.  idee
6.  wedstrijd
7.   geloven
8.  boos
9.  dicht, gesloten
10.  sms, berichtje
timer
3:30

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary check
1.   bad luck
Check your answers and correct your mistakes.
2.  loud
3.  prize
4.  laugh
5.  idea
6.  competition
7.   believe
8.  angry
9.  closed
10.  (text) message

Slide 3 - Tekstslide

Please take
your notebook in
front of you

Slide 4 - Tekstslide

Present simple
Uit je hoofd leren
Bij he, she, it:

do  >  does
Ben gaat naar school.  >  Ben goes to school.
go  >  goes
have  >  has
Sasha maakt haar huiswerk.  >  Sasha does her homework.
Eric heeft een nieuwe fiets.  >  Eric has a new bike.

Slide 5 - Tekstslide

Check homework 
Exercise 2
GB page 5

Slide 6 - Tekstslide

Check homework 
Exercise 14
page 61

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Please take
your notebook in
front of you

Slide 9 - Tekstslide

Word order (adverbs)
always (altijd)
never (nooit)
sometimes (soms)
often (vaak)
usually (meestal)

Slide 10 - Tekstslide

Word order (adverbs)
Waar zet je het bijwoord in de zin?
Ik doe vaak de afwas.   >   I often do the dishes.
Bart leest soms boeken.   >   Bart sometimes reads books.
1. VOOR het werkwoord

Slide 11 - Tekstslide

Word order (adverbs)
Mijn ouders zijn meestal thuis.  >   My parents are usually at home.
Sarah is nooit boos.   >   Sarah is never angry.
2. NA am/are/is
3. TUSSEN twee werkwoorden in
Wij kunnen soms TV kijken.   >   We can sometimes watch TV.
Frank heeft altijd veel boeken. >   Franks has always got many books.

Slide 12 - Tekstslide

Study: Vocabulary 2.3 (page 163)
Do: Exercise 3 - Zinsvolgorde (GB page 6)
Do: Exercise 26, 27, 28 (page 68-69)


Friday the 19th of October

Slide 13 - Tekstslide