Grammatica klas 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom klas 3 

Grammatica zinsdelen/ woordsoorten 

Wat gaan we vandaag doen?

Bespreken zinnen 

Theorie grammatica woordsoorten 

Afsluiting les 

Ontleden zin 

Noteer pv, ow, wg/ng, lv, mv, bwb, vv en bijzin. 

Hoe zijn kleinzoon in de boom was geklommen, was voor opa een raadsel. 

Omdat de broer van Kai graag wat bijverdient, verkoopt hij opgeknapte brommers.

Omdat t/m bijverdient = bijzin  

verkoopt t/m brommers = hoofdzin  

pv = verkoopt  

hij = ow  

wg = verkoopt  

lv = opgeknapte brommers  

bwb-zin = Omdat t/m bijverdient 

Grammatica woordsoorten H1

Tussenwerpsel 

Tussenwerpsel: uitroep, klanknabootsing of gevoelstuiting.  

 

Vb: joh, jemig, ach, koekoek, tss. 

Voorbeeld: Poeh, wat is deze som moeilijk! 

Tussenwerpsel

Soorten: 

1. bevestiging / ontkenning: ja, nee, jawel
2. emotie: au, ach, hoera, hèhè
3. sociaal contact: goedenavond
4. klanknabootsing: miauw, waf, brrr

Tjonge, wat een mooi verhaal!

Tjonge = ...

1. tussenwerpsel
2. bijwoord
3. voegwoord
4. telwoord

Tussenwerpsels 

-staan vaak aan het begin of eind van de zin, gescheiden door een komma. 

- Kunnen niet van vorm veranderen. 

-zijn geen zinsdelen of zinsdeelstukken: je hoeft ze dus ook niet als zodanig te benoemen.

Noteer het tussenwerpsel

Oei,oei, oei dat was me weer een loei.

1. Oei, oei
2. weer
3. loei

Een tussenwerpsel staat vaak aan het begin of het einde van een zin, gescheiden door een komma.

1. Waar
2. Niet waar

Noteer het tussenwerpsel in onderstaande zin:

Laat hem nu toch eens een keer met rust, verdorie!

Veel leerlingen wilden tijdens de les vertrekken.

1. tussenwerpsel
2. bijwoord
3. voorzetsel
4. telwoord