herhalen toetsweek

Herhalen toetsweek
De oppervlakte regels moet je uit je hoofd kennen.
Ook de omtrek regels!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhalen toetsweek
De oppervlakte regels moet je uit je hoofd kennen.
Ook de omtrek regels!

Slide 1 - Tekstslide


Oppervlakte rechthoek = ...
A
lengte x breedte x hoogte
B
lengte x breedte
C
diameter x 3,14
D
lengte + breedte

Slide 2 - Quizvraag

Oppervlakte driehoek = ....
A
Zijde x Zijde x 2
B
Zijde x bijbehorende hoogte x 2
C
Zijde x bijbehorende hoogte : 2
D
Zijde x Zijde : 2

Slide 3 - Quizvraag

Oppervlakte parallellogram = ...
A
Zijde x afstand
B
Zijde x straal
C
Hoogte x lengte
D
Zijde x bijbehorende hoogte

Slide 4 - Quizvraag


Oppervlakte cirkel = ...
A
straal x 3,14
B
straal x straal x 3,14
C
diameter x 3,14
D
diameter x diameter x 3,14

Slide 5 - Quizvraag

Omtrek figuur =
A
lengte x breedte
B
lengte + breedte
C
alle zijdes keer elkaar doen
D
alle zijdes bij elkaar optellen

Slide 6 - Quizvraag


Omtrek cirkel = ...
A
straal x 3,14
B
straal x straal x 3,14
C
diameter x 3,14
D
diameter x diameter x 3,14

Slide 7 - Quizvraag

oppervlakte voorkant = lengte x hoogte
3 x 3 = 9 cm2
oppervlakte achterkant = lengte x hoogte
3 x 3 = 9 cm2
oppervlakte rechterkant = breedte x hoogte
3 x 3 = 9 cm2
oppervlakte linkerkant = breedte x hoogte
3 x 3 = 9 cm2
oppervlakte bovenkant = lengte x breedte
3 x 3 = 9 cm2
oppervlakte onderkant = lengte x breedte
3 x 3 = 9 cm2
totale oppervlakte = alle bovenstaande antwoorden bij elkaar optellen 
9 + 9 + 9 + 9 +9 + 9 = 54 cm2

Slide 8 - Tekstslide

oppervlakte voorkant = lengte x hoogte
12 x 4 = 48 cm2
oppervlakte achterkant = lengte x hoogte
12 x 4 =48 cm2
oppervlakte rechterkant = breedte x hoogte
3 x 4 =12 cm2
oppervlakte linkerkant = breedte x hoogte
3 x 4 =12 cm2
oppervlakte bovenkant = lengte x breedte
12 x 3 = 36 cm2
oppervlakte onderkant = lengte x breedte
12 x 3 = 36 cm2
totale oppervlakte = alle bovenstaande antwoorden bij elkaar optellen 
48 + 48 + 12 + 12 + 36 + 36 = 192 cm2

Slide 9 - Tekstslide

Oppervlakte kubus =
A
lengte x breedte x hoogte
B
oppervlakte van alle vlakken bij elkaar optellen

Slide 10 - Quizvraag

Oppervlakte balk =
A
lengte x breedte x hoogte
B
oppervlakte van alle vlakken bij elkaar optellen

Slide 11 - Quizvraag

Regels oppervlakte:
Oppervlakte rechthoek = lengte x breedte
Oppervlakte driehoek = lengte x bijbehorende hoogte : 2
Oppervlakte parallellogram = lengte x bijbehorende hoogte
Oppervlakte cirkel = straal x straal x 3,14
Omtrek cirkel = diameter x 3,14
Omtrek figuur = alle zijdes bij elkaar optellen
Oppervlakte kubus/balk = oppervlakte van alle vlakken bij elkaar optellen

Slide 12 - Tekstslide

Oppervlakte samengesteld figuur
  1. Kijk eerst goed uit welke figuren het samengestelde figuur bestaat.
  2. Bereken de oppervlaktes van die figuren.
  3. Kijk dan of je de oppervlakte van de figuren bij elkaar moet optellen of van elkaar moet afhalen. 

Slide 13 - Tekstslide

Oppervlakte = ?

Figuur bestaat uit 2 rechthoeken
de lengte = 4 + 6 + + 6 = 16m




Opp hele figuur = 112 + 12 = 124cm2


1
2        
Opp rechthoek2 = l x b = 6 x 2 = 12cm2
Opp rechthoek1 = l x b = 16 x 7 = 112cm2

Slide 14 - Tekstslide

Het figuur bestaat uit 2 driehoeken en een rechthoek

Opp1 =z x h : 2 = 5 x 16 : 2 = 40cm2
Opp2 = l x b = 20 x 16 = 320cm2
Opp3 = z x h : 2 = 20 x 16 : 2 = 160cm2


Opp. figuur = 40 + 320 + 160 = 520cm2
45 - 5 - 20 = 20

Slide 15 - Tekstslide

De  binnenplaats is een vierkant met in het midden een terras en 4 stukjes er omheen voor de rozen. 


Hoeveel m2 is er voor de rozen? 
Oppervlakte rozen = opp binnenplaats - opp terras

Opp. binnenplaats = l x b = 10 x 10 = 100m2
Opp. terras =  straal x straal x 3,14 = 5 x 5 x 3,14 = 78,5m2

Opp. rozen = 100 - 78,5 = 21,5m2

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
met werkblad

Slide 17 - Tekstslide