les 14 paragraaf 11 getallen en 12 sommige(n)

Spelling paragraaf 4-13 
Paragraaf 11 Getallen uitschrijven, of niet?
                      

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling paragraaf 4-13 
Paragraaf 11 Getallen uitschrijven, of niet?
                      

Slide 1 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13           
11 getallen blz. 295
  1. Uitleg getallen schrijven
     - wanneer letters        (achthondertwintig 
     - wanneer cijfers                              of 820?)
  2. Kahoot 'getallen in cijfers of letters?'
  3. Planning maken

Slide 2 - Tekstslide

Getallen
We hebben het over getallen in formele tekst.
Wat zijn de regels?


Slide 3 - Tekstslide

Getallen met woorden
We hebben het over getallen in formele tekst. Wat zijn de regels?

Uitschrijven met woorden: 
  • één t/m twintig >> (zeven, ook rangen: achtste)
  • tientallen tot honderd >> (twintig, dertigste)
  • honderdtallen tot duizend
  • duizendtallen tot twaalfduizend
  • miljoen, miljard, biljoen (schrijf los: zeven biljoen)

  • Bij grote getallen kan je cijfer en woord combineren (335 duizend)

Slide 4 - Tekstslide

Getallen in cijfers
We hebben het over getallen in formele tekst. Wat zijn de regels?

Schrijven in cijfers: 
  • getallen boven de twintig, uitgezonderd tientallen en honderdtallen. (48, 67.589)
  • exacte waardes (maten, gewichten, temperaturen, bedragen, telefoonnummers, data, adressen, jaartallen) (45 kilometer, 1988, Ooievaarlaan 2, 17%)
  • Bij grote getallen kan je cijfer en woord combineren (335 duizend)

Slide 5 - Tekstslide

Getallen
We hebben het over getallen in formele tekst. Wat zijn de regels?

Let op:
  1. Schrijf breuken los, tenzij in een samenstelling
    twee derde (2/3)
    vijf drie vierde (5 3/4)
    driekwartsmaat (samenstelling)
    achtenhalf, tweeënhalf 
  2. Als in een zin grote aantallen van iets in cijfers staan, gebruik je in die zin ook cijfers voor
    kleine aantallen. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan je deze tekst verbeteren? ^ 
nos.nl

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan je deze tekst verbeteren? ^

Regel: als in een zin grote aantallen van iets in cijfers staan, gebruik je in die zin ook cijfers voor kleine aantallen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Zelfstandig oefenen
Maak online planning 11
(en maak 10 nog af)

Slide 10 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13     
paragraaf 11 Getallen       
1 In ons land is de maximumsnelheid 130 kilometer per uur.
2 Ze zong ‘Twee emmertjes water halen’, ‘Drie maal drie is negen’ en ‘Vader Abraham had zeven zonen’.
3 In de oorlog, die ruim drie jaar duurde, vielen 5.346 slachtoffers.
4 De expeditie begint in 2024 op tweede pinksterdag om 11 uur.
5 Van de 34 voorstellen in de ideeënbus waren er maar 5 de moeite waard.
6 Omdat we vandaag 25 jaar bestaan, krijgt elke 25ste bezoeker een presentje.
7 Vanwege de temperatuur van min 15 °C kwam drie vierde deel (driekwart) van de toeschouwers op 13 december niet opdagen voor de voorstelling van 21.00 uur.
8 De driehonderd geënquêteerden moesten 31 vragen beantwoorden op een vijfpuntsschaal.



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Herfstdictee      
1 Na een zomer die het predicaat superzonovergoten ten volle verdient, zijn we langzaamaan via een kortstondige oudewijvenzomer in de herfst terechtgekomen.

2 De T-shirts en espadrilles zullen plaatsmaken voor grofgebreide coltruien, houtje-touwtjejassen, kasjmieren sjaals/shawls (beide goed) en cowboylaarzen.



Slide 13 - Tekstslide

Herfstdictee      
3 In plaats van zomerse liflafjes komt de bruinebonensoep weer op tafel of anders rauweandijviestamppot met een half-om-halfgehaktbal of een vegacordon-bleu.
4 Het zal af en toe geheid pijpenstelen regenen bij een zuidwestenwind van ten minste zes beaufort, maar er zullen bij tijd en wijle ook momenten zijn waarin de zomer zonneklaar na-echoot.



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13                                                     - uitleg
Paragraaf 12 Sommige of sommigen                            - oefenen
                                                                                               - nieuwsquiz
                                                                                                

Slide 16 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13           
12 sommige of sommigen blz. 296                                       Met -e
Zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijk naamwoorden

  • Is het een bijvoeglijk naamwoord? Dan alleen -e
    (sommige mensen, vele huizen, alle bedrijven, enkele
    leraren)
  • Hebben ze betrekking op zaken of dieren (dus geen mensen?
    Dan alleen -e
    (
    De leeuwen zien er woest uit, maar de meeste zijn al bejaard.)

Slide 17 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13           
12 sommige of sommigen blz. 296                                       Met -en
Zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijk naamwoorden

  • Zijn ze zelfstandig gebruikt en hebben ze betrekking op personen? Dan met -en 
    Enkelen van ons komen met de trein.
    Sommigen zijn gezakt, de meesten zijn geslaagd.
  • Uitzondering: heeft het woord betrekking op woorden die al eerder zijn genoemd? Kan je deze weer invullen achter het telwoord? Dan alleen -e

Slide 18 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13           
12 sommige of sommigen blz. 296                                       Let op!
Voorbeeld:
Alle passagiers hebben de trein gehaald, maar enkele moesten hard rennen.
                                                            maar enkele (passagiers) moesten hard rennen.

Slide 19 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13           
12 sommige of sommigen blz. 296                                       Let op!
Zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijk naamwoorden

  • Duizenden, tientallen, miljoenen, miljarden schrijf je altijd met -en.
       Duizenden mensen kregen te eten, maar het smaakte nergens naar.

Slide 20 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13           
12 sommige of sommigen blz. 296                                Bijvoeglijk naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden schrijf je met -e (vreemde regels)
tenzij zelfstandig gebruikt en verwijzend naar personen in het meervoud.
                   ouden van dagen, kreupelen, geliefden etc. 

Slide 21 - Tekstslide

Van (alle / allen) mensen die ik ken, vind ik jou de leukste.
A
alle
B
allen

Slide 22 - Quizvraag

Dat is voor ons (beide / beiden) het handigst.
A
beide
B
beiden

Slide 23 - Quizvraag

De (meeste / meesten) bezoekers van het festival vermaakten zich uitstekend.
A
meeste
B
meesten

Slide 24 - Quizvraag

Mijn auto moet zuiniger zijn dan (andere / anderen) en voorzien zijn van de nieuwste snufjes.
A
andere
B
anderen

Slide 25 - Quizvraag

(Sommige / Sommigen) mensen vinden die film minder leuk.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 26 - Quizvraag

(Vele / Velen) reisden afgelopen zondag gratis met het Boekenweekgeschenk als treinkaartje.
A
Vele
B
Velen

Slide 27 - Quizvraag

(Vele / Velen) handen maken licht werk.
A
Vele
B
Velen

Slide 28 - Quizvraag

(Sommige / Sommigen) gingen zwemmen, maar anderen bleven liever op het terras zitten.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 29 - Quizvraag

Onze vrienden waren (alle / allen) aanwezig op het feestje.
A
alle
B
allen

Slide 30 - Quizvraag

Mijn auto moet zuiniger zijn dan die van (andere / anderen).
A
andere
B
anderen

Slide 31 - Quizvraag

Spelling paragraaf 4-13           
12 sommige of sommigen blz. 296                                Oefenen
Maak opdracht 1, 2 en 3
paragraaf 12, hoofdstuk 8
(mag ook digitaal)

Slide 32 - Tekstslide