B1 thema 6 herhaling
Wat kun je tegen iemand zeggen als je opgelucht bent?
1 / 12
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Wat kun je tegen iemand zeggen als je opgelucht bent?
Slide 1 - Open vraag
Wat kun je zeggen om iemand hoop of troost te geven?
Slide 2 - Open vraag
Hoe kun je zeggen dat je teleurgesteld bent?
Slide 3 - Open vraag
Twee woorden die samen een nieuw woord maken (de atletiekwedstrijd)
Slide 4 - Woordweb
Wat is fout?
Ik vraag me af dit een goede beslissing is.
Ik vraag me af dit een goede beslissing is.
Slide 5 - Open vraag
Welke antwoorden zijn goed?
Doe jij wel eens boodschappen op de markt?
Doe jij wel eens boodschappen op de markt?
A
Nee, ik kom er nooit.
B
Ja, ik kom er iedere week.
C
Ja, iedere week ik er ben.
D
Nee, ik doe er nooit boodschappen.
Slide 6 - Quizvraag
Gebruik 'er' in je antwoord:
Ga jij graag naar school?
Ga jij graag naar school?
Slide 7 - Open vraag
Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.
Geef op een beleefde manier je mening.
Geef op een beleefde manier je mening.
Slide 8 - Open vraag
Alcoholproducten moeten twee keer zo duur worden.
Geef je mening, waarbij je laat zien dat je twijfelt of juist zeker bent.
Geef je mening, waarbij je laat zien dat je twijfelt of juist zeker bent.
Slide 9 - Open vraag
Waar verwijst 'die' naar?
De jongen die morgen zijn examen moet doen.
De jongen die morgen zijn examen moet doen.
A
morgen
B
de jongen
C
zijn examen
D
moet
Slide 10 - Quizvraag
De GGD geeft advies over vaccineren. Dat is fantastisch!
Waar verwijst 'dat' naar?
Waar verwijst 'dat' naar?
A
De GGD geeft advies over vaccineren
B
Advies
C
Fantastisch
D
Over vaccineren
Slide 11 - Quizvraag
Ik ben klaar voor de toets.
