Dag en week menu's Taak 4

Dag en weekmenu's
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Dag en weekmenu's

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Groep 1
13.00-13.45 Vettest praktijk in restaurant

13.45- 14.35 Theorie en opdrachten maken 1.05


Groep 2
13.00-13.45 Theorie en opdrachten maken 1.05

13.45- 14.35 Vettest praktijk in restaurant

Slide 2 - Tekstslide

In welk voedingsmiddel zitten koolhydraten?
A
brood
B
kaas
C
melk
D
vlees

Slide 3 - Quizvraag

Waarom gebruikt een lichaam eiwitten?
A
Als bouwstof voor lichaamscellen
B
Om in energie om te zetten
C
voor versterking van je botten
D
voor verbranding van vet

Slide 4 - Quizvraag

In welke productgroep in de schijf van 5 zitten producten met veel vezels?
A
Brood, graanproducten en aardappelen
B
Dranken
C
Smeer- en bereidingsvetten
D
Zuivel, noten, vis, vlees, ei en peulvruchten

Slide 5 - Quizvraag

Welke schijf in de schijf van vijf is de grootste?
A
brood-, graanproducten en aardappelen
B
Dranken
C
Groenten en fruit
D
vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel

Slide 6 - Quizvraag

Dit hoort er NIET in de schijf van vijf
A
Appels
B
Ongezouten noten
C
Boter
D
Chips

Slide 7 - Quizvraag

Koolhydraten
Vitamines
Eiwitten
Vetten
Mineralen
Water

Slide 8 - Sleepvraag

Taak 4 Leven met diabetes

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is diabetes?
A
spierziekte
B
bloedarmoede
C
hypo
D
suikerziekte

Slide 11 - Quizvraag

Als iemand diabetes heeft, wat maakt het lichaam niet aan?
A
Suiker
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucose

Slide 12 - Quizvraag

Symptomen van diabetes zijn
A
vaak naar het toilet moeten veel dorst hebben
B
infecties hebben die moeilijk genezen veel eten en toch niet dikker worden
C
last hebben van je tandvlees jeuk hebben
D
rusteloos zijn moeilijk stoelgang maken

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Opdracht 3 De juiste vetten 
  • Vet maakt dik wordt gezegd. Als je te veel eet wel. Maar een beetje heb je nodig. 
  • Het is goed om te letten op het soort vet dat je eet. Belangrijk is of dat vet ‘verzadigd’ of ‘onverzadigd’ is. Eet je vooral verzadigd vet, dan heb je later meer kans op hart- en vaatziekten, zoals een hartaanval of beroerte. Krijg je vooral onverzadigd vet binnen, dan heb je juist minder kans op hart- en vaatziekten.

Slide 15 - Tekstslide

verzadigde vetten (verkeerd)
onverzadigde vetten (oké)

Slide 16 - Tekstslide

Verzadigde vetten zijn gezonder dan onverzadigde vetten
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Vettest Taak 4 opdracht 5
Veel gasten van het zorghotel moeten een bepaald dieet volgen. Riccardo vertelt dat er veel verborgen vetten in voedingsstoffen zitten. Een kok moet goed weten welke voeding hij wel of niet moet kiezen voor bijvoorbeeld een dieet. Hij laat jou daarom een test doen waarmee je kan zien of er vet in bepaalde voedingsmiddelen zit.

Slide 19 - Tekstslide