NEWTON: Hoorbare trillingen les 2

NEWTON: Hoorbare trillingen les 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

NEWTON: Hoorbare trillingen les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE LES

Uitleg
Zelfstandig werken
JE GAAT LEREN OVER
  • de trillingstijd en frequentie aflezen;
  • rekenen met trillingstijd en frequentie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Laptops dicht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
Dit weet je nog

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidsbronnen
Een geluidsbron is 'iets' wat trilt. Geluidstrillingen hebben een tussenstof nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Afbeelding wave: https://www.acs.psu.edu/drussell/Demos/waves/wavemotion.html 
Hard en zacht
Bij een grote uitwijking klinkt het geluid hard, bij en kleine zacht. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hard en zacht
Je kunt de stemvork ook op een klankkast plaatsen.
De klankkast gaat meetrillen. De toon wordt dan versterkt. 
Je noemt dit resonantie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoog en laag
Hoe sneller een snaar trilt, des te hoger is de toon. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
Elke toon heeft zijn eigen frequentie.
Frequentie is het aantal trillingen per seconde
Symbool van frequentie is f en de eenheid hertz (Hz)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
Een gitaarsnaar maakt 2000 trillingen in 5 seconden.
Bereken de frequentie.
Oplossing:
De frequentie is het aantal trillingen in één seconde.
Gebruik een verhoudingstabel.


De frequentie is dus: f = 400 Hz







Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie en trillingstijd
Wat is wat?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingstijd
TRILLINGSTIJD IS DE TIJD DIE NODIG IS VOOR 1 TRILLING ​

De grootheid is trillingstijd met symbool T​
De eenheid van trillingstijd is seconde, symbool s

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingstijd

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingstijd
De trillingstijd (T) geeft aan hoe lang het duurt voordat de beweging zich herhaalt. 
Hier zie je twee manieren om de trillingstijd te meten.

Slide 16 - Tekstslide

Afbeelding: https://www.wetenschapsschool.nl/new_chapters/klas5_ch2.html 
Frequentie en trillingstijd




Afkortingen
f = 1 ÷ T
f=T1
Frequentie=Trillingstijd1
In woorden

Slide 17 - Tekstslide

Juiste schrijfwijze is als breuk.
Voorbeeld
De trillingstijd van een toon is 0,5 s.
Wat is de frequentie?

Frequentie=Trillingstijd1
Frequentie=0,51
Frequentie=2Hz

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1
De sproeiarm in de vaatwasser draait in 0,5 s een rondje.
Wat is de frequentie van de sproeiarm?





Frequentie=trillingstijd1
=0,51
=2Hz

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2 ventilator

Een ventilator draait op de laagste stand.
Een omwenteling duurt 0,2 seconden.
Wat is de frequentie waarmee de ventilator draait?

Oplossing:



Frequentie=Trillingstijd1
Frequentie=0,21
Frequentie=5Hz

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 3
De wielen van een bestuurbare auto draaien met een frequentie van 20 Hz. Hoe lang duurt één omwenteling (trillingstijd)?



Trillingstijd=frequentie1
Trillingstijd=20Hz1
Trillingstijd=0,05s.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 22 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
6.2 Hoorbare trillingen
Werkblad trillingen
LEERDOELEN
  • hoe geluid ontstaat;
  • beschrijven wat frequentie is;
  • hoe je kunt meten met een oscilloscoop;
  • de trillingstijd van een toon uitrekenen;
  • de frequentie uitrekenen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies