In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Begeleiding van het individuele kind
Slide 1 - Tekstslide
Ontwikkelplan
Stap 1
Beginsituatie vaststellen
Stap 4
Plan maken
Een schriftelijke weergave van het geheel van afspraken en doelstellingen over de behandeling van een kind.
Stap 2
Probleem formuleren
Stap 5
Plan uitvoeren
Stap 3
Doel bepalen
Stap 6
Evalueren
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Alarmsignalen
motoriek
gebrekking houdingscontrole
ongecontroleerde bewegingen
slecht besef van eigen lichaam
spraak-/ taalontwikkeling
niet brabbelen
geen imitatie
geen woordbenoeming
persoonlijkheid
afhankelijkheid
gebrek aan wilskracht
angsten
gestoorde gewetensontwikkeling
sociale ontwikkeling
onverschilligheid
geen interactie
geen onderscheid tussen ik en jij
isolement
zelfredzaamheid
kan zichzelf niet verzorgen
geen zelfkritiek
geen inzicht (ziet geen gevaar)
spel
geen imitatie
gebruikt geen fantasie
is niet in staat om met anderen te spelen
Slide 5 - Tekstslide
Risicofactoren
< kindgebonden >
kind
laag geboortegewicht
vroeggeboorte
ongewenst geslacht
beperking hebben
veel ziek zijn
moeilijk temperament
Slide 6 - Tekstslide
Risicofactoren
< ouder- en/of gezin >
gezin
negatieve jeugdervaring
moeizame start als ouder
gebrek aan kennis en vaardigheden
jonge of oude moeder
verslavingsproblemen
huwelijksproblemen
verwaarlozing
of
mishandeling
ingrijpende levensgebeurtenis
psychische problemen
Slide 7 - Tekstslide
Risicofactoren
< omgeving >
omgeving
slechte huisvesting
ontbreken steun
armoede
werkloosheid
weinig opleiding
Slide 8 - Tekstslide
Vroegtijdige onderkenning
Er is een goede hulp en behandeling mogelijk voor het kind.
Een optimale ontwikkling en ontplooiing wordt mogelijk.
Het houdt de ontwikkelingsachterstand zo klein mogelijk.
Het beperkt emotionele schade.
Ouders komen eerder tot verwerking.
Ouders beschikken over belangrijke informatie voor gezinsplanning.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Definitie van gedrag:
Gedrag is alles wat we, bewust of onbewust, waarneembaar doen en laten.
In iedere groep is er diversiteit. Mensen verschillen o.a. in geslacht, culturele achtergrond, karakter en gezinssituaties.
Ook verschillen wij ontwikkeling, leermogelijkheden en gedrag.
We gaan nu kijken naar het laatste punt: gedrag
Slide 11 - Tekstslide
Verschillende vormen van opvallend gedrag:
● Druk gedrag
● Opstandig gedrag
● Grensoverschrijdend gedrag
● Teruggetrokken gedrag
● Onverschillig gedrag
● Oneerlijk gedrag
● Dromerig gedrag
In de volgende sheets bekijken we de bovenstaande soorten van opvallend gedrag.
Slide 12 - Tekstslide
Normaal: als beweeglijk gedrag past bij leeftijd/ geslacht
Opvallend: het gedrag is altijd aanwezig, storend en is niet passend bij de leeftijdsfase van het kind
Voorbeelden:
- Moeite met rustig spelen
- Aan 1 stuk door praten
- Vaak kleine ongelukjes hebben
- Niet op de beurt kunnen wachten
Druk gedrag
Slide 13 - Tekstslide
Opstandig gedrag
Normaal: karaktereigenschap, koppigheidsfase peuters en pubers
Opvallend: langdurig boos/ opstandig
Voorbeelden:
- past niet bij leeftijd
- driftbuien/ vaak ruzie
- regels weigeren
- andere irriteren/ prikkelbaar gedrag
Slide 14 - Tekstslide
Grensoverschrijdend gedrag
Normaal: opzoeken van grenzen en experimenteren bij zichzelf.
Opvallend: anders dan opstandig gedrag: heel duidelijk tegen een ander gericht, en met opzet schade aangericht
Voorbeelden:
-lichamelijke en geestelijke mishandeling
-seksueel misbruik
-slaan, schoppen, bijten met als doen anderen pijn doen.
Slide 15 - Tekstslide
Onverschillig gedrag
Normaal: een kind doet op sommige momenten alsof zaken hem/haar niet interesseren.
Opvallend: houding in de vorm van verzet
Voorbeelden:
-halen van slechte cijfers doet het kind niets→ hekel aan school)
-dezelfde reactie op het gezicht, wat er ook gebeurt
Slide 16 - Tekstslide
Oneerlijk gedrag
Normaal: een keer liegen/oneerlijk om bestwil
Opvallend: vaak liegen/ stelen
Het kan zijn dat de waarheid te naar is voor het kind om te accepteren
Expres liegen/ stelen, waar anderen last van hebben→ niet op tijd aangepakt? → grote kans op criminaliteit
Slide 17 - Tekstslide
Angstig gedrag
Normaal: bang voor spoken, spinnen/ tandarts
Opvallend: ander, dieper liggende angst
Voorbeelden:
-alleen gelaten te worden/ afgewezen te worden
-angst verborgen houden → kind laat ander opvallend gedrag zien → bv. opstandig/ teruggetrokken
-faalangst → bang fouten te maken
Slide 18 - Tekstslide
Dromerig gedrag
Normaal: rustig, meegaand/ af en toe dromerig
Opvallend: altijd dromerig gedrag
Voorbeelden:
-richt zich op wat anders dan er verwacht wordt
-werk komt niet op tijd af/ achterlopen leerstof
-motivatieverlies en negatief zelfbeeld
Slide 19 - Tekstslide
Ontwikkelingsstoornissen
leerstoornissen
communicatiestoornissen
motorische stoornissen
autismespectrumstoornissen
aandachtsstoornissen
gedragsstoornis
stemmingsstoornissen
angststoornissen
eetstoornissen
Slide 20 - Tekstslide
Motorische stoornissen
DCD
(developmental coordination disorder)
Een ontwikkelingsstoornis waarbij het kind problemen heeft met het goed op elkaar afstemmen en coördineren van bewegingen, met als gevolg een probleem in de motorische ontwikkeling.
Slide 21 - Tekstslide
Ervaar!
Cadeau inpakken met handschoenen
Schrijven met niet voorkeurshand door het gebruik van een spiegel
Eten met stokjes
Veters strikken met een ovenwant
Slide 22 - Tekstslide
Autismespectrumstoornissen
ASS
klassiek autisme - asperger - PDD NOS - restcategorie
Een ontwikkelingsstoornis waarbij het kind problemen heeft met het goed op elkaar afstemmen en coördineren van bewegingen, met als gevolg een probleem in de motorische ontwikkeling.
Een aangeboren stoornis in de informatieverwerking in de hersenen. Met gevolg beperkingen in de sociale contacten en communicatie, beperkte en herhaalde gedragspatronen en star gedrag.
Slide 23 - Tekstslide
Vormen van autisme
Klassiek autisme
Beperkingen in de sociale interactie.
Beperkte, herhalende patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten.
80% heeft lage intelligentie of verstandelijke beperking.
Asperger
Goed leren en praten, maar wel moeite met begrijpen en empathie.
Grote fantasie
Behoefte aan vriendschap
Normale of hoognormale intelligentie
PDD-NOS
Pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet anders omschreven