Taalredactie deel 1 + 2

Taalredactie deel 1 + 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalredactie deel 1 + 2

Slide 1 - Tekstslide

Namen van ziektes schrijf je in principe klein. Geef een voorbeeld van een benaming van een ziekte waar toch nog een hoofdletter gebruikt wordt.

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Welke samenstelling is fout gespeld?
A
bioënergie
B
anti-Frans
C
vice-eersteminister
D
contraproductief

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen 'heten' en 'noemen'?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Welke werkwoordsvorm is fout gespeld?
A
Gisteren deletete ik het foute bestand.
B
Ik stresste vroeger voor elke toets.
C
Heb jij de taak al geüpload?
D
Vorig jaar breakdancete mijn broer geregeld.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Welke spelling is correct?
A
intensive care-afdeling
B
intensivecareäfdeling
C
intensivecare-afdeling
D
intensive care afdeling

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Waarom wordt 'een mondeling gesprek' een pleonasme genoemd?

Slide 12 - Open vraag

Leg uit: "We hebben dat tot dusver nog niet eerder meegemaakt" bevat een tautologie

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen kritisch en kritiek?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke term past bij deze afbeelding?
A
morbide
B
erudiet
C
taxonomisch
D
federaal

Slide 19 - Quizvraag

Welke term past bij deze afbeelding?
A
de taxatie
B
de empathie
C
het stramien
D
het referaat

Slide 20 - Quizvraag

Welke term past bij deze afbeelding?
A
onder de knie krijgen
B
gedoogd worden
C
nomineren
D
geen peil op te trekken

Slide 21 - Quizvraag