BK grammatica hoofdstuk 3 herhaling
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Er staat altijd een HWW in de zin.
A
juist
B
fout
Slide 2 - Quizvraag
Bij een ZWW staat er altijd een lijdend voorwerp in de zin.
A
juist
B
fout
Slide 3 - Quizvraag
Bij een KWW staat er altijd een naamwoordelijk deel in de zin.
A
juist
B
fout
Slide 4 - Quizvraag
Een lijdend voorwerp kan niet voorkomen bij een KWW.
A
juist
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Er kan maar 1 koppelwerkwoord OF 1 zelfstandig werkwoord in de zin staan.
A
nee, er kunnen meerdere koppelwerkwoorden of meerdere zelfstandige werkwoorden in de zin staan.
B
Nee, er kan 1 koppelwerkwoord EN 1 zelfstandig werkwoord in de zin staan.
C
Juist
Slide 6 - Quizvraag
Er kan maar 1 HWW in de zin staan.
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
Die leerling is ontzettend goed geworden.
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
A
is
B
geworden
C
is geworden
D
is ontzettend
Slide 8 - Quizvraag
Die leerling is ontzettend goed geworden.
Wat is dan het naamwoordelijk deel?
Wat is dan het naamwoordelijk deel?
A
er is geen naamwoordelijk deel
B
Die leerling
C
is geworden
D
ontzettend goed
Slide 9 - Quizvraag
De eerste dag weer terug op school wordt een feestje.
een feestje = ...
een feestje = ...
timer
1:00
A
naamwoordelijk deel (met kww in de zin)
B
lijdend voorwerp (met zww in de zin)
Slide 10 - Quizvraag
Romy blijft vannacht logeren.
blijft = ...
blijft = ...
timer
0:10
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord
Slide 11 - Quizvraag
Ik heb veel gefietst.
gefietst = .....
gefietst = .....
timer
0:10
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord
D
lijdend voorwerp
Slide 12 - Quizvraag
Hij is ondeugend!
is = ...
is = ...
timer
0:10
A
koppelwerkwoord
B
hulpwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord
Slide 13 - Quizvraag
Ik zwem graag baantjes.
zwem = ...
zwem = ...
timer
0:10
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord
Slide 14 - Quizvraag
Na deze les...
timer
0:20
... besef ik dat ik de leerstof nog niet voldoende beheers.
... snap ik het wel, maar ik moet nog wat extra oefenen.
... beheers ik de leerstof en heb geen extra oefening meer nodig.
... wil ik de juf om extra uitleg vragen.
