Brückenschlag HAVO/VWO 3

Wiederholung Klasse 2
Grammatik
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wiederholung Klasse 2
Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
Ik kan de werkwoorden 'haben', 'sein' en 'werden' in de tegenwoordige tijd gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 3 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 4 - Sleepvraag

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 5 - Sleepvraag

Wist je de rijtjes van 'haben', 'sein' & 'werden' nog?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Vul de juiste vorm van 'haben', 'sein' of 'werden' in!

Slide 7 - Tekstslide

............... du Zeit für mich?

Slide 8 - Open vraag

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 9 - Open vraag

Nein, wir ............... nie zurückommen.

Slide 10 - Open vraag

Johann, wo...............du?

Slide 11 - Open vraag

.............. Sie schon wieder krank?

Slide 12 - Open vraag

.............. ihr froh, dass der Urlaub beginnt?

Slide 13 - Open vraag

Mit wem ............... ihr nach Hamburg gehen?

Slide 14 - Open vraag

Er ........... seine Oma schon lange nicht mehr gesehen.

Slide 15 - Open vraag

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass.

Slide 16 - Open vraag

Voldoe jij aan dit leerdoel:
Ik kan de werkwoorden 'haben', 'sein' en 'werden' in de tegenwoordige tijd gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Leerdoel:
Ik kan de zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen. 

Slide 18 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord!

Slide 19 - Tekstslide

Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]

Slide 20 - Open vraag

Siehst du das Kind? Es ... seine Eltern. [suchen]

Slide 21 - Open vraag

... du deine Zähne zweimal am Tag?
[putzen]

Slide 22 - Open vraag

Ihr ... sehr fleißig!
[arbeiten]

Slide 23 - Open vraag

Warum . . . du diesen Mann so?
[hassen]

Slide 24 - Open vraag

Das Flugzeug ... um 14:30 Uhr.
[landen]

Slide 25 - Open vraag

Voldoe jij aan dit leerdoel:
Ik kan de zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Voldoe jij aan dit leerdoel:
Ik kan de werkwoorden 'haben', 'sein' en 'werden' in de tegenwoordige tijd gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll