Thema en onderwerpen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Fictie: verhaalanalyse

Doelen: 

Je leert wat het thema van een verhaal is.

Je weet wat het verschil tussen het thema en de onderwerpen van een verhaal.

De term fictie betekent:

1. een verhaal wat echt is gebeurd
2. een verhaal dat is verzonnen
3. een verhaal wat echt gebeurt kan zijn, maar waar de hoofdpersonen zijn verzonnen
4. geen idee

Non-fictie betekent:

1. Een verhaal dat echt gebeurd is
2. een verhaal dat verzonnen is
3. een verhaal dat is verzonnen, maar wat echt gebeurd kan zijn.

Realistische fictie betekent:

1. Een verhaal dat echt gebeurd is
2. een verhaal dat verzonnen is
3. een verhaal dat is verzonnen, maar wat echt gebeurd kan zijn.

Een genre is:

1. onderwerp van een verhaal
2. personages in een verhaal
3. waar het verhaal zich afspeelt
4. soort verhaal

Personages kun je verdelen in:

1. Innerlijk
2. uiterlijk
3. Typen
4. Karakters

Hier was sprake van:

1. Typetjes
2. Karakters
3. Personages

Een karakter is veelal:

1. Iemand die het hele verhaal hetzelfde blijft
2. Iemand die gedurende het verhaal een ontwikkeling doormaakt
3. Een hoofdpersoon van een verhaal
4. Ziet er in een verhaal altijd hetzelfde uit.

Thema van een verhaal

Een thema is de kortst mogelijke samenvatting van een verhaal:

- sprookje —> thema is: een wijze les (eerlijk en eenvoud is belangrijk).

- Harry Potter —> thema: de strijd tussen goed en kwaad (Harry Potter moet Voldemort bestrijden). 

Thema van een verhaal

Het thema in een werk is een algemene gedachte (‘onderliggende gedachte’) die het eigenlijke onderwerp van dat verhaal vormt.

Een zo kort mogelijke omschrijving (in één of twee zinnen) van waar een verhaal eigenlijk over gaat, in algemene bewoordingen (bijv. ‘zoeken naar eigen identiteit’). Vaak blijft een thema impliciet (het wordt niet nadrukkelijk genoemd), maar je kan het wel uit het verhaal halen.

 Het is iets waar bijna iedereen mee te maken heeft, een ‘algemene waarheid’ dus.

Het thema in een werk is een algemene gedachte (‘onderliggende gedachte’) die het eigenlijke onderwerp van dat verhaal vormt.

Een zo kort mogelijke omschrijving (in één of twee zinnen) van waar een verhaal eigenlijk over gaat, in algemene bewoordingen (bijv. ‘zoeken naar eigen identiteit’). Vaak blijft een thema impliciet (het wordt niet nadrukkelijk genoemd), maar je kan het wel uit het verhaal halen.

Het is iets waar bijna iedereen mee te maken heeft, een ‘algemene waarheid’ dus.

Thema en onderwerpen

Een verhaal kan meerdere onderwerpen hebben.

De hoofdgedachte is het thema. Wat is het belangrijkste wat de schrijver mee wil geven over het onderwerp?

Een weeffout in onze sterren - John Green.

Thema: Twee tieners worden verliefd op elkaar, maar zijn ook ernstig ziek. 

Onderwerpen: vriendschap, ziekte en dood, liefde

Bepalen van een thema

Onderwerp van een verhaal kun je vaak omschrijven in 1 woord.

Als je nauwkeuriger het verhaal wilt omschrijven, dus het thema wil verwoorden, heb je vaak meer woorden nodig. Vaak gebruik je hiervoor een korte zin. 

Stel jezelf altijd de volgende vragen;

- wat is de ‘wijze les’ van dit verhaal?

- wat wil de schrijver meegeven over het onderwerp?

- Wat ontdekt de hoofdpersoon in de loop van het verhaal? Verandert hij/zij in de loop van het verhaal van mening?

Oefenen aan de hand van filmtrailers. 

Welke onderwerpen passen bij dit verhaal?

Hoe zou jij het thema van dit verhaal beschrijven?

Welke onderwerpen passen bij dit verhaal?

Hoe zou jij het thema van dit verhaal beschrijven?

Welke onderwerpen passen bij dit verhaal?

Hoe zou jij het thema van dit verhaal beschrijven?

Welke onderwerpen passen bij dit verhaal?

Hoe zou jij het thema van dit verhaal beschrijven?