Leerdoelen:
• Je kan uitleggen hoe de verhouding was tussen Europa en Oost-Azië.
• Je kan uitleggen hoe de verhouding was tussen Europa en het Midden-Oosten.
• Je kan uitleggen hoe de verhouding was tussen Europa en Afrika.
• Je kan uitleggen wie Gandhi was.
• Je kan uitleggen in welke delen van Azië de Europeanen machtig waren.
• Je kan uitleggen waardoor de Congres Partij werd opgericht.
• Je kan uitleggen op welke manier het verzet van Gandhi verschilde met andere verzet.
• Je kan uitleggen waarom de gesprekken tussen de Britten en Gandhi tot niets uit liepen.
• Je kan uitleggen welke gebieden in het Midden-Oosten onder de bestuur stonden van de Britten en Fransen.
• Je kan uitleggen wat de Hadith is.
• Je kan uitleggen wat de sharia is.
• Je kan uitleggen waarom Orthodoxe moslims tegen het bestuur van de Britten en de Fransen waren in het Midden-Oosten.
• Je kan uitleggen wat seculier betekent.
• Je kan uitleggen hoe Turkije een seculiere staat werd.
• Je kan uitleggen wie de Sjah was.
• Je kan uitleggen welk Afrikaans land tot 1936 niet onder Europees bestuur stond.
• Je kan uitleggen waarom Zuid-Afrika veel ‘witte’ bewoners had.
• Je kan uitleggen wie Afrikaners zijn.
• Je kan uitleggen wat een dominion is.
• Je kan uitleggen waarom Zuid-Afrika een uitzondering was op de rest van Afrika.