Bloed en Bloedsomloop - BS 1 en 2

Bloed en Bloedsomloop
Begintaak:
Noteer voor jezelf het antwoord op de volgende vraag:
Welke functies heeft ons bloed?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bloed en Bloedsomloop
Begintaak:
Noteer voor jezelf het antwoord op de volgende vraag:
Welke functies heeft ons bloed?

Slide 1 - Tekstslide

Samenstelling van het bloed

Slide 2 - Tekstslide

Bloedcellen worden in beenmerg gemaakt
Alle bloedcellen in beenmerg gemaakt

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Rode bloedcellen

Geen celkern

Kleine ronde, platte schijfjes --> 
passen in kleinste bloedvaten 

per mm3 --> 5 miljoen rode bloedcellen

Slide 5 - Tekstslide

Rode bloedcellen

Functie: 
vervoeren van zuurstof en koolstofdioxide 


Hemoglobine:
rood van kleur 
bevat ijzer om zuurstof te binden



Slide 6 - Tekstslide

Witte bloedcellen
Wel een celkern

Geen vaste vorm --> kunnen uit een bloedvat treden

Functie: 
Afweer tegen lichaamsvreemde cellen/stoffen

Pus --> veel dode witte bloedcellen
per mm3 --> 5000-7000 witte bloedcellen

Slide 7 - Tekstslide

Bloedplaatjes
Kleine stukjes van cellen

Functie: spelen een rol bij de bloedstolling 
(bv. als een bloedvat beschadigd raakt)

Trombose = het stollen van bloed in een bloedvat (bloedpropje kan los schieten)
per mm3 --> 300.000 bloedplaatjes

Slide 8 - Tekstslide

De bloedsomloop
Lesdoelen:
Open en gesloten bloedsomloop (herkennen/benoemen)
Enkele en dubbele bloedsomloop herkennen/benoemen
Grote en kleine bloedsomloop herkennen/benoemen

Slide 9 - Tekstslide

Bloedsomloop
Bloedvatenstelsel = hart + bloedvaten.
Hart  --> pompt bloed rond 


Open bloedsomloop = Bloed stroomt vrij rond door de weefsels (niet in bloedvaten)

Gesloten bloedsomloop = bloed stroomt in bloedvaten

Slide 10 - Tekstslide

Bloedsomloop insect






OPEN BLOEDSOMLOOP

Slide 11 - Tekstslide

Bloedsomloop van de vis






ENKELE BLOEDSOMLOOP
Enkelvoudige bloedsomloop
Hart - kieuwen - lichaam

Slide 12 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop 

Hart - longen - Hart - lichaam


De kleine bloedsomloop:
Hart- longen - Hart

De grote bloedsomloop:
Hart - lichaam - hart

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video


Uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van hemoglobine in de
rode bloedcellen?
A
Door hemoglobine wordt het bloed dikker
B
Het is noodzakelijk voor de zuurstof opname
C
Het bevordert de zuurstof afgifte in de longen
D
Door hemoglobine wordt het bloed dunner

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
Het zorgt ervoor dat bloed buiten de bloedvaten niet stolt
B
Het zorgt ervoor dat bloed buiten de bloedvaten stolt
C
Het zorgt ervoor dat bloed binnen de bloedvaten niet stolt
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noemen we de weg die het bloed aflegt?
A
Bloedsweg
B
Bloedtransport
C
Bloedsomloop
D
Bloedvatenstelsel

Slide 20 - Quizvraag

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Sterke wand, weinig gespierd
Vervoert bloed van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 21 - Sleepvraag