Brede school

Brede school week 1
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Brede school week 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 9 leeftijdsgroepen zijn er?

Slide 2 - Woordweb

Baby 0-1
dreumes 1-2
peuter 2-4
kleuter 4-6
schoolkind 6-12
puber-adolescent 12-21
volwassene 21 jaar
oudere 60 +
bejaarde 80+
Wat zijn interne factoren
A
karakter
B
cultuur
C
gezondheid
D
gezondheid

Slide 3 - Quizvraag

Dit zijn factoren die in jou zitten ook wel aangeboren  
Een externe factor is:

Slide 4 - Open vraag

dit zijn factoren van buitenaf zoals cultuur en de omgeving waarin je opgroeit 
1

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:48
Welke vorm van motoriek is dit?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij de fijne motoriek?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oog-hand coördinatie

Slide 8 - Open vraag

De ogen werken samen met de handen om een bepaalde taak uit te voeren.
Wat is tutoyeren
A
Iemand aanspreken met u en uw
B
Iemand aanspreken met je, jou of jij

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Week 2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke leeftijd noemen we een kind een peuter
A
1-2
B
2-4
C
4-6
D
6-8

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zindelijk zijn betekend dat je.....

Slide 12 - Open vraag

Je de urine en de ontlasting op het toilet kwijt kunt. 
Als een persoon incontinent is (niet zindelijk) dan draagt hij een luier.
Wat wordt er bedoeld met de koppigheidsfase van de peuter

Slide 13 - Open vraag

De peuter ontdekt zijn eigen wil en probeert deze te gebruiken door bijvoorbeeld veelal nee te zeggen

egocentrisch is:
A
Dat de peuter denkt dat alles om hem draait
B
Dat de peuter denkt dat alles om een ander draait

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kleuter is socialer dan een peuter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef voorbeelden van de fijne motoriek

Slide 16 - Woordweb

Tekenen, schrijven, kralenketting reigen 
Welke vier verschillende functies heeft spelen

Slide 17 - Woordweb

1. spelen bevordert de lichamelijke ontwikkeling bij kinderen
2. spelen is een oefening en een voorbereiding op het volwassen leven
3. spelen bevordert de sociale ontwikkeling van het kind
4. spelen bevordert de geestelijke ontwikkeling van het kind 
Brede school week 3

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is leergierig

Slide 19 - Woordweb

veel te weten willen komen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke invloeden zijn er op het socialisatieproces in het onderwijs
A
Het overdragen van kennis
B
Samenwerken
C
Het overdragen van kennis
D
Het verruimen van de geest

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De sociale ontwikkeling van van een schoolkind kan lastig zijn.
In de groep leert het kind omgangsregels zoals?

Slide 22 - Woordweb

- op je beurt wachten
- tegen je verlies kunnen
- eerlijk spelen
- samenwerken
- iets voor een ander over hebben
Het socialisatieproces is

Slide 23 - Open vraag

Alles wat je hebt meegemaakt maakt wat je bent en wie je bent
Welke drie grote invloeden zijn er op het socialisatieproces
A
invloed van het gezin
B
invloed van het onderwijs
C
invloed van leeftijdsgenoten
D
De grove motoriek en de fijne motoriek

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Week 4

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ergonomie betekend de....
A
Werkomgeving bewust niet aanpassen
B
Werkomgeving aanpassen aan de mens
C
Als iemand gedag zegt

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van ergonomie is....

Slide 27 - Woordweb

- goede werkschoenen
- dragen van beroepskleding
- werkzaamheden afwisselen
- voldoende pauze
- open staan voor nieuwe manieren van werken bijvoorbeeld een til hulp
De arbeidsinspectie beoordeeld of er ergonomisch gewerkt wordt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een homogene groep is:
A
Een groep die elkaar nodig is om een wedstrijd te spelen
B
Een groep waarvan de leden verschillende kenmerken hebben
C
Een groep waarvan de leden dezelfde kenmerken hebben

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een verticale groep zijn de leeftijden verschillend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een hetrogenegroep zijn:

Slide 31 - Open vraag

veel verschillende kenmerken
noem de vijf groepsrollen

Slide 32 - Woordweb

- leiding geven
- meelopen
- alles even aanzien
- dwarsligger
- clown
Er zijn vier soorten activiteiten

Slide 33 - Open vraag

arbeidsmatig
educatief 
zelfzorg
ontspanning
Als je een activiteit uitlegt is het belangrijk dat je let op:
A
Stemgebruik
B
enthousiasme
C
Duur van de uitleg
D
onderbreken van het spel

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag kun je stellen bij het evalueren bij een activiteit aan jezelf stellen

Slide 35 - Woordweb

- is het doel bereikt
- is alles naar wens verlopen
- is de doelgroep tevreden
- heeft de doelgroep de juiste informatie 
Het doel van evalueren is het verbeteren van de kwaliteit

A
Waar
B
n iet waar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke drie manieren kun je ziek zijn?

Slide 37 - Open vraag

lichamelijk
geestelijk
sociaal