Hoe goed beheers je het thema opslag, uitscheiding en bescherming tot nu toe?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
BS 1 T/M 3
Hoe goed beheers je het thema opslag, uitscheiding en bescherming tot nu toe?
Slide 1 - Tekstslide
Longen
Nieren
Lever
Huid
Slide 2 - Sleepvraag
Dunne Darm
Lever
Leverslagader
Leverader
Dikke Darm
Poortader
Slide 3 - Sleepvraag
Maag
Lever
Darmen
Slide 4 - Sleepvraag
Wat zorgt voor de afweer van ziekteverwekkers?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
witte bloedcellen
Slide 5 - Quizvraag
Inwendig milieu
Inwendig milieu = bloedplasma + weefselvloeistof
Uitwendig milieu = je omgeving + inhoud van je darmkanaal, longen, blaas
Als een stof een celmembraan gepasseerd heeft, zit het in je inwendig milieu.
Slide 6 - Tekstslide
Waar hoort je bloed bij?
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu
Slide 7 - Quizvraag
Waar hoort urine bij?
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu
Slide 8 - Quizvraag
Waar hoort je weefselvocht/weefselvloeistof bij?
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu
Slide 9 - Quizvraag
De koolstofdioxide in je bloedplasma bevindt zich in het ... milieu
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu
Slide 10 - Quizvraag
De lucht in je longen wordt bij het ... .....milieu gerekend.
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu
Slide 11 - Quizvraag
Inwendig en uitwendig milieu
Inwendig milieu = De weefselvloeistof en het bloedplasma
Dit wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen
Uitwendig milieu = omgeving eromheen en darminhoud, longinhoud en blaasinhoud
Slide 12 - Tekstslide
Waar wordt het teveel aan vet opgeslagen?
A
In de lever en de spieren
B
In je blaas en endeldarm
C
Onder de huid en in het gele beenmerg
D
In het hele lichaam
Slide 13 - Quizvraag
Het teveel aan glucose wordt als glycogeen opgeslagen. Waar gebeurt dit?
A
In de blaas en endeldarm
B
In de lever en spieren
C
Onder de huid en in het gele beenmerg
D
In je hele lichaam
Slide 14 - Quizvraag
Noem 4 uitscheidingsorganen!
Slide 15 - Open vraag
Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten in het lichaam zijn gekomen. Door welke vier delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gegaan?
Urineleider
Urinebuis
Urineblaas
Nierbekken
Slide 16 - Sleepvraag
Nieren : sleep de onderdelen naar de juiste plaats
Niermerg
nierschors
urineleider
nierslagader
nierader
nierbekken
Slide 17 - Sleepvraag
Longen
Nieren
Lever
Huid
Slide 18 - Sleepvraag
Waar of niet waar: De nieren, lever, huid en longen zijn uitscheidingsorganen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Long
Lever
Nier
Hart
Maag
Slide 20 - Sleepvraag
Wat is de huid?
A
een orgaan
B
een weefsel
C
een orgaanstelsel
D
een cel
Slide 21 - Quizvraag
De huid kent 3 lagen. Wat is de taak van de huid in het algemeen?
A
bescherming tegen infecties
B
bescherming tegen uitdroging
C
regelen van temperatuur
D
alle bovenstaande antwoorden zijn goed
Slide 22 - Quizvraag
Je loopt naar buiten en krijgt het koud. Wat gebeurt er in je huid? De huid wordt
A
Bloedvaatjes worden wijd, spieren trekken samen
B
Bloedvaatjes worden nauw, spieren trekken samen
C
Bloedvaatjes worden wijd, zweetklieren produceren zweet
D
Bloedvaatjes worden nauw, zweetklieren produceren zweet
Slide 23 - Quizvraag
In welke laag van de huid liggen de zintuigen van de huid?
A
Alleen in de opperhuid.
B
Alleen in de lederhuid.
C
In de opperhuid en in de lederhuid.
D
Alleen in het onderhuids bindweefsel.
Slide 24 - Quizvraag
Welk type zintuigcel komt niet voor in de huid?
A
warmtezintuig
B
koudezintuig
C
evenwichtszintuig
D
tastknopje
Slide 25 - Quizvraag
De huid voorkomt uitdroging. De huid blijft soepel door _____