4.2 - de vrouw

Thema 4: Voortplanting

Basisstof 2: de vrouw
vmbo kgt
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Voortplanting

Basisstof 2: de vrouw
vmbo kgt

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Herhaling - 5 minuten
  2. Uitleg 4.2, de vrouw - 15 minuten
  3. Werktijd - 60 minuten
  4. Afsluiting - 10 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Welk onderdeel produceert zaadcellen?
A
Prostaat
B
Teelballen
C
Bijballen
D
Zaadblaasjes

Slide 3 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een secundair geslachtskenmerk

Slide 4 - Open vraag

Iemand met onduidelijke geslachtskenmerken noem je ..
A
man
B
vrouw
C
transgender
D
intersekse

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet de buitenkant van het vrouwelijke geslacht?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het verschil tussen spermacellen (zaadcellen) en sperma?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

  • Kun je de voortplantingsorganen van de vrouw benoemen met functie.
  • Kun je de menstruatiecyclus omschrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Vulva
Net zoals elke penis uniek is, is ook elke vulva dat. De vulva is de buitenkant van het vrouwelijke geslacht, dus de schaamlippen, clitoris en de opening van de vagina.

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel gaatjes heeft de vrouw, inclusief de anus.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Een vrouw kan niet plassen als zij een tampon in heeft.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Clitoris

Slide 12 - Tekstslide

Maagdenvlies
Het maagdenvlies is NIET een vlies dat de vagina afsluit, het is een randje om de opening van de vagina. 

Hoe dik of dun het randje is verschilt per vrouw.


Slide 13 - Tekstslide

Maagdenvlies
JE KAN NIET AAN HET MAAGDENVLIES ZIEN OF IEMAND MAAGD IS. 

DIT IS EEN FABEL!!!

Het maagdenvlies verdwijnt NIET na de eerste keer.

Slide 14 - Tekstslide

Meisjes bloeden ALTIJD tijdens de eerste keer (seks)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Inwendige organen

Een vrouw maakt geen nieuwe eicellen aan, zij wordt geboren met alle eicellen. Deze eicellen liggen in de eierstokken. Hier rijpen de eicellen tot de ovulatie.

Slide 16 - Tekstslide

Inwendige organen
Tijdens de ovulatie komt er een rijpe eicel vrij, deze wordt dan opgevangen door de eileider. De eileider duwt de eicel richting de baarmoeder. De bevruchting van een eicel gebeurt in de eileider.

Slide 17 - Tekstslide

Inwendige organen
Als de eicel bevrucht is dan hecht deze zich vast in de wand van de baarmoeder. Is deze niet bevrucht dan breekt de eicel af en wordt de vrouw ongesteld.

Slide 18 - Tekstslide

Een ander woord voor ovulatie is
A
Eisprong
B
Menstruatie
C
Ongesteld
D
Ejaculatie

Slide 19 - Quizvraag

De eicel
De eicel is de grootste menselijke cel, omdat er veel reserve voedingsstoffen inzitten. 
Een eicel kan 12 tot 24 uur na de ovulatie overleven, een zaadcel kan maximaal 48 uur overleven in de baarmoeder. 

Slide 20 - Tekstslide

Menstruatie
De baarmoeder heeft een wand die bestaat uit slijmvlies met bloedvaten, wanneer deze laag afgestoten wordt dan menstrueer je of ben je ongesteld

Slide 21 - Tekstslide

Het gebruiken van een tampon kan je ontmaagden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Menstruatieproducten

Slide 23 - Tekstslide

menstruatiecyclus
Een gezonde menstruatiecyclus is tussen de 28 en de 40 dagen lang, hoe lang deze cyclus is verschilt per vrouw.

Slide 24 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Elke menstruatiecyclus is anders, wanneer een vrouw haar ovulatie/eisprong heeft kan heel erg verschillen. 

De eerste menstruatiedag is het begin van een nieuwe menstruatiecyclus.

Slide 25 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 26 - Tekstslide

Hormonen
Hormonen zijn stofjes die de werking van de organen regelen. Een belangrijk hormoonklier voor de voortplantingsorganen is de hypofyse.

Slide 27 - Tekstslide

Hypofyse
In de puberteit maakt de hypofyse hormonen aan die het rijpen van de eicellen stimuleert, hierdoor wordt een meisje ongesteld. Rond het 50e levensjaar worden er minder hormonen gemaakt en stopt het rijpen van eicellen, een vrouw komt dan in de overgang. Na de overgang wordt een vrouw niet meer ongesteld.

Slide 28 - Tekstslide

Werktijd
  • Nakijken 4.1 en 4.3
  • maken opdrachten van 4.2
  • boekje organen benoemen van de vrouw
  • samenvatten

Slide 29 - Tekstslide