Les 9 Opvallend gedrag

Les 9: opvallend gedrag
PDO
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 9: opvallend gedrag
PDO

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:

- Welkom
- Terugblik
- Opvallend gedrag
- Observeren 
- Opvallend gedrag: opdracht kaartjes
- Aan de slag in je werkboek  
Lesdoel: aan het eind van de les kunnen studenten aangeven
                 wanneer we spreken van afwijkend gedrag.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 basisbehoeften kennen we?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruimte geven en stimuleren van ideeën van leerlingen past bij:
A
Competentie
B
Relatie
C
Autonomie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bouw jij aan de relatie met je leerlingen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op? 
§ 5.1 Opvallend gedrag 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valt je nu hetzelfde op? Hoe komt dat? 
§ 5.1 Opvallend gedrag 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opvallend gedrag

Slide 8 - Woordweb

Vraag de studenten welk gedrag zij opvallend vinden. Wanneer alle gedragingen op het bord staan vraag je welk gedrag 'normaal' is voor kinderen van 1 tot 3 jaar. Deze gedragingen streep je door/omcirkel je. 
Vervolgens vraag je welk van de gedragingen veel gezien wordt in de pubertijd. Ook deze gedragingen markeer je. 

Wat zegt dit? 
Dat gedrag opvallend is wanneer het niet passend is bij de leeftijd van het kind. 
Opvallend gedrag

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Opvallend gedrag


Het gedrag valt op doordat het afwijkt van het verwachte gedrag van kinderen in een bepaalde ontwikkelings- en leeftijdsfase.

We vergelijken het gedrag dat we zien dus met wat we mogen verwachten op basis van ontwikkeling of leeftijd om te bepalen of we kunnen spreken van afwijkend gedrag.

 5.1 Opvallend gedrag 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Observeren
     

Door goed te observeren krijg je een goed beeld van het gedrag van kinderen.

Je bevindingen kun je vastleggen in een kwantitatieve of kwalitatieve observatie.
 
Kwantitatief → bijv. tellen hoe vaak gedrag voor komt
Kwalitatief → bijv. alles opschrijven wat je ziet


 5.1 Opvallend gedrag 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoe goed kun jij observeren? 

 5.1 Opvallend gedrag 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 5.1 Opvallend gedrag 
Opdracht:  

Leg de kaartjes  bij de juiste gedragingen. 
Controleer m.b.v. je boek of je het goed hebt gedaan. 
 
Klaar? Maak paragraaf 5.1 in je werkboek. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoordt voor de vormen van opvallend gedrag die jullie op je kaartje hebben gekregen de volgende vragen:
1 Wat zijn waarneembare voorbeelden van deze vorm         van gedrag? (concrete voorbeelden dus)
2 Zijn er situaties waarin dit gedrag niet opvallend of            zelfs passend of positief is?
3 Wat zijn mogelijke verklaringen voor dit gedrag?
4 Wat zou jij als onderwijsassistente kunnen doen/waar      zou je rekening mee houden als je een kind met dit        gedrag begeleidt?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies