Les 3 sociale vaardigheden

Welkom bij les 3
Communicatie
Wat valt jou op in deze cirkel?
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom bij les 3
Communicatie
Wat valt jou op in deze cirkel?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag
Terugblik les 2
Referentiekader 
congruent/incongruente communicatie + Meta communicatie
Opdracht: eigen communicatie situatie beschrijven
Doelen gesprek
Video herkennen van begrippen
Opdracht gespreksdoelen
Puzzel opdracht
Evaluatie les + vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we gedaan?
Geoefend met het communicatie schema
Eenzijdige en twee zijdige communicatie
Doel van communicatie
Hoe je communicatie kunt waarnemen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien
jullie hier?

Grote kans dat je bij de 2e afbeelding ook een oude vrouw ziet en de jonge dame
niet. Kijk eens langer. Zie je nu ook de jonge vrouw? (voor degene die het nog
niet ziet; de neus van de oude vrouw is de kin van de jonge vrouw en het
zichtbare oog van de oude vrouw is het oor van de jonge vrouw).
Dat heeft te maken met je referentiekader. Je zag eerst een afbeelding van een
oude vrouw, daarom zie je die bij de 2e afbeelding ook. Je kijkt naar de 2
e
afbeelding met een “geconditioneerde” bril. Als jou echter eerst een afbeelding
van een jonge vrouw was getoond, dan zag je in de 2e afbeelding zeer
waarschijnlijk de jonge vrouw in plaats van de oude.
In de afbeelding zie je dus een jonge EN een oude vrouw.
Twee mensen kunnen dus exact hetzelfde “zien”, het volkomen oneens zijn met
elkaar en toch allebei gelijk hebben. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen versus interpreteren
Oefening 1: Wat is een waarneming?

Geef aan welke uitspraak uitsluitend een concrete waarneming is, en licht je antwoord toe.
Is het een waarneming= geel
is het een interpretatie = Rood

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

is het een waarneming of een interpretatie?
  • Theo is een agressieve kerel.
  • Jenny ging maandag een uur met lunchpauze.
  • Herman was erg onzeker tijdens zijn presentatie.
  • Mijn zoontje vindt die film heel saai.
  • Ans vroeg niet naar mijn mening tijdens de vergadering.

Slide 8 - Tekstslide

groen is een waarneming
rood is een interpretatie
Waarnemingsoefening 
Bedenk één korte situatie die je vandaag of gisteren hebt meegemaakt.
  1. • Beschrijf deze situatie enkel en alleen vanuit wat je hebt waargenomen (dus wat je hebt gezien, gehoord, geroken, geproefd, …).
  2. • Probeer elke interpretatie uit je verhaal weg te laten.
  3. Wie lukt het in een keer? :)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie wil zijn verhaal delen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel communicatie
Doelen zijn overal, dus ook in communicatie. Wat wil je bereiken met je gesprek?
Het is belangrijk om goed na te denken over het doel van je communicatie. 
Is je doel duidelijk, dan is de kans groter dat je boodschap op de juiste manier overkomt.
Doel kan zijn : Overtuigen - informeren- activeren - instrueren

Slide 11 - Tekstslide

bespreken de doelen
Opdracht Dagactiviteit 
Het doel is dat de client mee gaat naar de dagactiviteit bij jou op de woning. 
Leg uit hoe jij dat aanpakt aan de hand van de verschillende gespreksdoelen.

 Beschrijf per gespreksdoel  (voorbeeld zinnen)  hoe jij de client zou:
  1. Informeren, ( over een dagactiviteit)
  2. overtuigen, ( Waarom de activiteit nut heeft)
  3. motiveren,  ( om mee te doen aan de activiteit)
  4. instrueren ( hoe leg je uit wat de client gaat doen tijdens de activiteit)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video fragment
We hebben net al geoefend met het doel van communicatie.

We gaan een video kijken met daarin vragen over het doel, de boodschap, non verbaal & verbaal wat je ziet gebeuren in de communicatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

04:07
Er is sprake geweest van een miscommunicatie en dit wordt nu uitgepraat. Wat zijn de doelen van het gesprek?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

07:23
Wat is het doel van de communicatie richting Kimberly van Erik en Lucia?
A
Activeren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Instrueren

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

07:43
Op Wat voor soort communicatie reageert Kimberly zo heftig waardoor ze niet mee wilt doen aan de activiteit?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

08:33
Miscommunicatie door:
A
De ontvanger krijgt Onduidelijke boodschap
B
fout in het decoderen van de boodschap
C
De zender geeft een onjuiste code bij de boodschap

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

09:50
Op welke manier communiceren de dames met elkaar
A
Het doel is onduidelijk
B
Ze zenden allebei
C
Ze ontvangen allebei
D
Ze luisteren niet naar elkaar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

12:11
Wat vind jij van het advies dat Lucia geeft aan de dames over communicatie? leg uit

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je vraagt aan je collega hoe het met hem gaat. Hij heeft wallen, is aan het gapen en ziet er vermoeid uit. Hij zegt dat het supergoed gaat.
je onderbuik gevoel zegt wat anders...

A
De communicatie is Incongruent
B
de communicatie is congruent

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sanduni en Ilias hebben onderling een heftige discussie. Sanduni is het niet eens met Ilias. Ze gaat steeds harder praten en maakt bewegingen met haar armen om haar boodschap te ondersteunen. Uit alles blijkt dat Sanduni geïrriteerd is
A
dit is een voorbeeld van congruent communiceren
B
dit is een voorbeeld van incongruent communiceren
C
Er is eenzijdige communicatie
D
Er is geen communicatie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pauze

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meta communicatie
Als de communicatie tussen jou en de cliënt niet helemaal goed verloopt is het goed om metacommunicatie toe te passen. 
Metacommunicatie is communiceren over de communicatie. 

 Metacommunicatie kan betrekking hebben op zowel verbale als non-verbale communicatie. Een voorbeeld is praten over de manier waarop je met elkaar praat en de toon daarbij.   

Slide 27 - Tekstslide

Vanuit een helicopterview kijk je wat er nu eigenlijk gebeurt tijdens de communicatie.
Je zegt bijvoorbeeld: Ik heb het gevoel dat we niet helemaal op één lijn zitten, of ik zie u wat twijfelend kijken na deze opmerking van mij, begrijp ik dat u het anders ziet? Een uitspraak op metaniveau kan een gesprek dat niet goed loopt weer openbreken.
intern en extern
Bij interne metacommunicatie beoordeel je in jezelf je eigen communicatie. ( ik merk dat ik lastig uit mijn woorden kom)

Bij externe metacommunicatie bespreek je de manier waarop de communicatie verloopt samen met de ander met wie je op dat moment communiceert.
( ik merk dat ons gesprek moeizaam verloopt)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

metacommunicatie voorbeeld 1
"ik merk dat je steeds wegkijkt, vind je het lastig om hierover te praten?"

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

metacommunicatie: voorbeeld 2
Iemand valt je in de reden telkens als jij een zin begint... Je zegt: "zullen we elkaar laten uitspreken?" 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een juist voorbeeld van metacommunicatie?
A
Wat een topvent ben jij!
B
Bedankt dat je naar mij hebt geluisterd
C
Het spijt me, maar ik ga nu.
D
Ik kom zo naar je toe.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten bij meta communicatie
Als je wilt metacommuniceren is het belangrijk dat je dit op een goede manier doet. Stel jezelf  drie vragen voordat je iets zegt:
1. Is de reactie (die ik wil geven) waar?
2. Is het aardig?
3. Is het nodig?
Het is ook belangrijk om op de timing van de metacommunicate te letten.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN metacommunicatie?
A
We zijn het blijkbaar niet eens met elkaar.
B
Wil je me niet meer in de rede vallen?
C
Ik zie dat je lacht, vertel hoe komt dat?
D
Ik zal je een goed advies geven.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

casus mike en bianca
Mike en Bianca delen samen een werkplek. Ze bespreken welke poster ze zullen ophangen. 
Mike: "ik vind dat we moeten kiezen voor deze. Die is grappig!'
Bianca: 'Maar ik vind deze veel rustiger. Ik houd van rustig.'
Mike: 'Ja, maar het is hier altijd al zo rustig. Een leuke poster ophangen kan toch wel?'
Bianca: 'nou prima hoor, jij je zin'....
Wat zou Bianca anders kunnen zeggen als laatste? Denk aan meta communicatie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan Bianca metacommunicatie toepassen bij deze casus?
Wat zou ze kunnen zeggen?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

metacommunicatie als oplossing
Bianca zou kunnen zeggen: "we zijn het niet met elkaar eens over de poster. Jij vindt dat jij mag kiezen en ik vind dat ik mag kiezen. Hoe lossen we dat nu op?" 
-> Pas daarna komen ze er inhoudelijk uit.  
Mike zegt: 'Je hebt gelijk. Ik vind het fijn om deze kamer samen te delen. Dan moet ik ook rekening houden met wat jij leuk vindt.'

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud en betrekking niveau
Elke boodschap die je communiceert bevat twee niveaus. Dit zijn een inhouds- en een betrekkingsniveau.
  
Het inhoudsniveau van communicatie is de communicatie die zich richt op de feiten die de zender verbaal communiceert.
 Het betrekkingsniveau van communicatie is de communicatie die laat zien hoe je je voelt bij de communicatie.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrekkingsniveau 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruim die rotzooi op!
Hoe kan je deze zin verbeteren op betrekkingsniveau?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik lust wel koffie!
Hoe kan je deze zin verbeteren op inhoudsniveau? wat wordt er mee bedoeld?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deur dicht!
Hoe kan je deze zin verbeteren op inhoud en betrekkingsniveau

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

 
Neem een eenvoudige conflictsituatie in gedachten die je recent hebt meegemaakt, een meningsverschil, misverstand of een onuitgesproken irritatie.
Verbeeld deze situatie als het ware nog eens in je gedachten.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht in teams
maak individueel de opdracht in Teams,

ben je klaar, upload je bestand in teams zodat ik het kan nakijken.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

puzzel opdracht ( duo)
kun jij alle verborgen boodschappen vinden?
#decoderen

Veel succes!

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we gedaan?
Waarnemingen vs interpretatie
doelen communicatie
congruent en incongruent
Meta communicatie

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd wat je nog niet wist

Slide 47 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Ruis
actief luisteren

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies