vrijdag 14 februari 2020 3 vwo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

vrijdag 14 februari 2020

Lesopzet:

- instructie vehaalsoorten en stijlfiguren

- bekijken van fragmenten over verschillende verhaalsoorten

- maken opdracht over stijlfiguren

- nieuwsquiz

Lesdoel: 

Je kunt 3 verschillende verhaalsoorten benoemen. Je kent de stijlfiguren antithese, hyperbool, retorische vraag en ellips.

Fabel

Parabel

Allegorie

Blok 4 Over Lezen - verhaalsoorten

Fabel

- Korte verhalen met dieren in de                 hoofdrol

- sterk moralistisch

- 'fabula' (Latijns voor 'zeggen')

- Jean de la Fontaine (1621 - 1695)

Allegorie

- verhaal of gedicht volledig gebaseerd      op een metafoor

- wil de mens iets leren

- Plato en de allegorie van de grot (+/-         300 jaar v. Christus)

Parabel

- lijkt op een fabel, maar dan met                 mensen in de hoofdrol

- ander taalgebruik dan fabel (plechtig)

- moralistisch

- ook wel gelijkenis genoemd

- bijbelverhalen

Stijlfiguren

Antithese (tegenstelling)

"zij steunen elkaar door dik en dun".

Maar ook: bijv. goede en slechte karakters die in films tegenover elkaar worden gezet (Harry Potter)

Stijlfiguren

Hyperbool (overdrijving)

"Ik erger me echt dood"

"Ik heb uren staan wachten"

Stijlfiguren

Retorische vraag

"Wie denk je eigenlijk wel dat je bent?"

Stijlfiguren

Ellips (weglating)

"Wil je koffie?"

"Ja, ik lust nog wel" --> ellips