M & A H5 Activiteiten voorbereiden

In welke zin is formeel taalgebruik gebruikt?
A
Moet je morgen werken?
B
Ik heb al 2 weken niemand gesproken.
C
Aangaande de agenda nemen we de volgende stappen.
D
Ik heb geen pijn meer.
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

In welke zin is formeel taalgebruik gebruikt?
A
Moet je morgen werken?
B
Ik heb al 2 weken niemand gesproken.
C
Aangaande de agenda nemen we de volgende stappen.
D
Ik heb geen pijn meer.

Slide 1 - Quizvraag

In welke zin infomeel taalgebruik gebruikt?
A
Langs deze weg wil ik iedereen een gelukkig nieuwjaar wensen.
B
Het al bestaande kantoordeel blijft behouden voor de verhuur.
C
Wij beantwoorden uw mail zo spoedig mogelijk?
D
Ga je morgen mee naar de bioscoop?

Slide 2 - Quizvraag

Maslow heeft een ordening gemaakt in de
behoeften van de mens.
Welke behoefte behoort bij de lichamelijke behoefte?
A
bescherming
B
slapen
C
vrienden
D
ergens bij willen horen

Slide 3 - Quizvraag

Maslow heeft een ordening gemaakt in de
behoeften van de mens.
Welke behoefte behoort bij de behoefte aan veiligheid?
A
rust
B
persoonlijke contacten
C
gevoel van eigenwaarde en respect
D
bescherming

Slide 4 - Quizvraag

Maslow heeft een ordening gemaakt in de
behoeften van de mens.
Welke behoefte behoort bij de behoefte aan sociale behoeften?
A
ergens bij willen horen
B
leven zonder stress en angst
C
drinken
D
opheffen van pijn

Slide 5 - Quizvraag

Welke vraag hieronder is een voorbeeld van een Open Vraag?
A
Kunt u mij uitleggen waarom ik uitgekozen ben?
B
Moet je in het weekend werken?
C
Ga je nog op vakantie?
D
Lust jij boerenkool?

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent observeren?
A
Het schrijven van een verslag.
B
Het letten op feiten.
C
Je mening of gevoel opschrijven.
D
Waarnemen van gedrag.

Slide 7 - Quizvraag

Activiteiten voorbereiden
Doelstellingen

Aan het einde van dit hoofdstuk weet/kun je:
  • waarom ativiteiten belangrijk zijn voor mensen
  • welke soorten activiteiten er zijn
  • hoe je methodisch een activiteit organiseert
  • een draaiboek maken
  • een flyer of poster maken

Slide 8 - Tekstslide

Activiteiten voorbereiden
Belang van activiteiten:
  1. mensen ontmoeten andere mensen
  2. mensen worden weer actief
  3. mensen leren allerlei dingen
  4. mensen ontspannen tijdens activiteiten, ze vergeten hun zorgen
  5. mensen doen weer mee in de samenleving
  6. mensen krijgen regelmaat in de dag

Slide 9 - Tekstslide

Activiteiten voorbereiden
Activiteiten organiseren
Maak gebruik van de 5 W's:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?

Slide 10 - Tekstslide

Activiteiten voorbereiden
Activiteiten kiezen
  1. arbeidsmatige activiteiten = het maken van producten en verlenen van diensten (bijv. sociale werkplaats)
  2. educatieve activiteiten= hier leer je iets van (bijv. computervaardigheden)
  3. Zelfzorg activiteiten= activiteiten wat de zlfstandigheid bevordert (bij. leren aankelden, boodschappen doen)
  4. ontspanningsactiviteiten= creatief bezig zijn, zingen, sporten enz.

Slide 11 - Tekstslide

Activiteiten voorbereiden
Draaiboek
Draaiboek= een uitgewerkt plan van aanpak.
Bestaat uit:
  1. voorbereiding-wanneer bepaalde zaken geregeld moeten zijn
  2. uitvoering-wie/wat/waar moet uitvoeren, wanneer en waarmee 
  3. nazorg-evaluatie van de activiteit

Slide 12 - Tekstslide

Activiteiten voorbereiden
Draaiboek
Denk aan:
  • De doelgroep - leeftijd/jongens-meisjes/grootte van de groep-beperkingen etc
  • contactgegevens betrokkenen -
  • maak een plattegrond
  • materialenlijst
  • decoratie en aankleding
  • begroting - een overzicht met de (verwachte) inkomsten en uitgaven staan

Slide 13 - Tekstslide