9.2 Goed geregeld

Programma
Studieplanner
Uitleg over 9.2

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
Studieplanner
Uitleg over 9.2

Slide 1 - Tekstslide

Studieplanner

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les


9.1 -> Ongezond
* je leefstijl
* genotmiddelen
*werking van drugs
*roken
*alcohol
*blowen 

Slide 3 - Tekstslide

Welke 3 invloeden kan drugs op je hersenen hebben?

Slide 4 - Woordweb

Rianne zegt: alcohol verdooft je hersenen en daarom mag je dan niet autorijden
Annemiek zegt: Teer in een sigaret is verslavend. Het vernauwt je bloedvaten. Wie heeft gelijk?
A
Rianne
B
Annemiek
C
Rianne en Annemiek
D
Beiden niet.

Slide 5 - Quizvraag

Goed geregeld:


- je kan uitleggen wat uitscheiden is en welke organen daarbij een rol spelen
- je kan uitleggen hoe je lichaam het glucosegehalte van je bloed regelt. 
- je weet wat suikerziekte is en welke typen we onderscheiden
- je kan de 4 soorten processen van de lever uitleggen.
- je weet welke 3 soorten afvalstoffen door je nieren worden gefilterd.
- je kunt uitleggen hoe je nieren werken.

Slide 6 - Tekstslide

Goed geregeld

Processen in je lichaam verlopen alleen maar goed als de omstandigheden in je lichaam zoveel mogelijk constant zijn. 
Je lichaam probeert veranderingen zo snel mogelijk op te heffen. 



1. Glucosegehalte in je bloed.
2. Lever
3. Nieren

Slide 7 - Tekstslide

Glucosegehalte in het bloed


+ Stijgt door opname van verteerd voedsel

Slide 8 - Tekstslide

Glucosegehalte in het bloed


- Daalt door verbranding van glucose door de cellen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

de lever
leverslagader en poortader
opbouwen en omzetten

- eiwitten naar aminozuren (aminozuren zijn bouwstoffen van eiwitten)



- glucose > vet > cholesterol (cholesterol wordt gebruikt om cellen, hormonen en gal te maken.)


Slide 11 - Tekstslide

de lever
leverslagader en poortader
opbouwen en omzetten

afbreken
- aminozuren afbreken tot > ureum
- alcohol/ ander gif/ medicijnen


Slide 12 - Tekstslide

de lever
leverslagader en poortader
opbouwen en omzetten

afvoeren
- afgebroken rode bloedcellen door de milt > hemoglobine wordt omgezet naar bilirubine > in de lever gemengd met gal en daarna via ontlasting uitgescheiden


Slide 13 - Tekstslide

de lever
leverslagader en poortader
opbouwen en omzetten

opslaan
- glycogeen en ijzer (afkomstig uit de afgebroken rode bloedcellen)

Slide 14 - Tekstslide

Nieren
Functie: 
filteren afvalstoffen uit het bloed:
  • afbraakstoffen uit de lever (ureum/alcohol)
  • overtollige stoffen, water, zouten
  • overbodige stoffen: kleurstoffen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Filtratie: door hoge bloeddruk wordt deel bloedplasma uit haarvat geperst. Rode bloedcellen en witte bloedcellen blijven achter. 

Voorurine: water, glucose, zouten en afvalstoffen.

Reabsorptie: stoffen die je lichaam nog kan gebruiken worden terug opgenomen. Glucose, deel van de zouten en al het water.

Slide 17 - Tekstslide

Ga nu naar teams
Open de link naar deze lesson up

Bekijk de filmpjes/lees de informatie/maak de vragen
Klaar? Ga dan bezig met het huiswerk voor volgende week: maken paragraaf 9.3 over huid/wondgenezing en kanker.

Slide 18 - Tekstslide

Glucosegehalte in je bloed

Slide 19 - Tekstslide

Wat voor een functie heeft glucose op je lichaam?
A
Dient vooral als beschermingsstof
B
Dient vooral als brandstof
C
Dient vooral als bouwstof

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

stijgt
Daalt
Glucagon (hormoon)
Insuline (hormoon)
Overhoor jezelf! Klik op de plusjes voor het antwoord.

Slide 22 - Tekstslide

Door welke klier worden insuline en glucagon gemaakt?
A
Speekselklier
B
Schildklier
C
Alvleesklier
D
Bijnieren

Slide 23 - Quizvraag

Glucose..
- brandstof voor je lichaam
- energie voor beweging, lichaamstemperatuur
- allerlei processen in je lichaam 

Slide 24 - Tekstslide

Insuline
- hormoon 
- gemaakt in alvleesklier
zet teveel glucose in je bloed om in glycogeen 
bij te lage bloedsuikerspiegel kan glycogeen worden omgezet in glucose door glucagon . 

Slide 25 - Tekstslide

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Video

Je zit een avondje te netflixen met je vrienden én 2 zakken m&ms. Welk hormoon zorgt ervoor dat je bloedsuikerspiegel in balans blijft? Door welk orgaan wordt dit hormoon gemaakt?
A
Insuline, gemaakt in de lever
B
Insuline, gemaakt in de alvleesklier
C
Glucagon, gemaakt in de lever
D
Glucagon, gemaakt in de alvleesklier

Slide 28 - Quizvraag

Je hebt net voor de lunch nog een gymles. Welk hormoon zorgt ervoor dat je glycogeen omgezet wordt in glucose, zodat er voldoende glucose is om te kunnen sporten?
A
insuline, gemaakt door de lever
B
glucagon, gemaakt in de alvleesklier
C
glucagon, gemaakt in de schildklier
D
Insuline, gemaakt in de nieren

Slide 29 - Quizvraag

Bij diabetes (suikerziekte) kan het lichaam het glucosegehalte niet constant houden. Bij welk type diabetes is je lichaam ongevoelig geworden voor insuline?
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2

Slide 30 - Quizvraag

Bij welk type diabetes maakt je lichaam vanaf je geboorte te weinig insuline?
A
diabetees type 1
B
diabetes type 2

Slide 31 - Quizvraag

De lever

Slide 32 - Tekstslide

0

Slide 33 - Video

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 34 - Sleepvraag

De lever kan glucose omzetten in vet en daarvan ... maken
A
Ureum
B
Bilirubine
C
Cholesterol
D
Aminozuren

Slide 35 - Quizvraag

De lever breekt overtollige eiwitten af, hoe heet de stof die dan wordt gevormd?
A
Koolhydraat
B
Glucose
C
Ureum
D
Cholesterol

Slide 36 - Quizvraag

Onder invloed van welk orgaan wordt glucagon omgezet in glycogeen?
A
Alvleesklier
B
Bijnieren
C
Schildklier
D
Lever

Slide 37 - Quizvraag

Wat is niet een functie van je lever?
A
opbouw en omzetten
B
afbreken
C
verwerken en verteren
D
afvoeren

Slide 38 - Quizvraag

De nieren

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Wat is de juiste volgorde?
A
nieren - urineblaas - urineleider - urinebuis
B
nieren - urinebuis - urineblaas - urineleider
C
nieren - urineleider - urineblaas - urinebuis

Slide 41 - Quizvraag

7. Hieronder staan vier zinnen over uitscheiding.
 Geef bij elke zin aan of die goed of fout is.
Goed
Fout
De huid is een uitscheidingsorgaan.
De nieren scheiden alcohol uit.
De lever verwijdert kleurstoffen uit je bloed
In de longen gaan zouten uit je bloed.

Slide 42 - Sleepvraag

Hoe werken je nieren?

Slide 43 - Tekstslide

Filtratie: door hoge bloeddruk wordt deel bloedplasma uit haarvat geperst. Rode bloedcellen en witte bloedcellen blijven achter. 

Voorurine: water, glucose, zouten en afvalstoffen.

Reabsorptie: stoffen die je lichaam nog kan gebruiken worden terug opgenomen. Glucose, deel van de zouten en al het water.

Slide 44 - Tekstslide

Benoem minstens 2 dingen die je leerde deze les.

Slide 45 - Woordweb

Heb je nog vragen?
Huiswerk = maken opdrachten van 9.3. (zie studieplanner)

Slide 46 - Tekstslide