Het deeltjes model die je geleerd hebt in 4.1 is te gebruiken om te verklaren waarom er verschillende fases zijn.
Vast = alle deeltes zitten netjes naast elkaar, bewegen zachtjes
vloeibaar = alle deeltjes zitten bij elkaar en bewegen langs elkaar heen.
gas = alle deeltjes zijn ver bij elkaar vandaan, botsen veel en er zit veel beweging in.